Je moet er gewoon in geloven

Door Redactie - In: diversen, ouderen - 13 april 2014

Tekst I Mieke Linders   Fotografie I Heleen Wiering


Stroom geeft het woord aan Diet Donker (84) uit Eindhoven. Met hun actieve levensstijl zijn Diet en  haar man Gerrit (85) een voorbeeld van twee ‘vitale ouderen’.

Je moet er  gewoon in geloven

Rond 1976 las ik een artikel over een consumentenkring van antroposofen. In ons gezin met vier kinderen, toen tussen de 10 en 16 jaar, aten we al ons eigengebakken brood en met name een van onze jongens was kritisch over het eten van vlees.

Vanaf die tijd zijn we overgegaan op BD-voeding. Alle kinderen waren het er ook over eens: voortaan gingen we vegetarisch eten. De consumentenkring was gehuisvest in een groot huis met een winkeltje erin. Op de terugweg van zijn werk nam Gerrit de boodschappen mee.

Vlakbij de kring was de vrijeschool, die in Eindhoven in die tijd nog in de kinderschoenen stond. Nadat we ons hadden aangesloten bij de consumentengroep en onze dochter naar de vrijeschool ging, zijn we ook overgestapt op een antroposofische huisarts. Nog steeds zijn we blij met onze arts.

De antroposofie met haar gedachten over hoe je kunt leven en over hoe je met je gezondheid om kunt gaan sprak ons aan. We namen deel aan activiteiten en volgden cursussen. We waren het niet eens met alles in de antroposofie. Ik vind het belangrijk dat je zelfstandig blijft nadenken.

De vrijeschool is nu verhuisd. Voor ons is drie kwartier fietsen in de avond te ver, zodat we de lezingen helaas niet meer kunnen volgen. Ook via het zang- en muziekgilde van het Nivon kwamen we in contact met gelijkgestemde mensen. Gerrit speelt piano en accordeon, ikzelf mandoline en blokfluit.

En we zijn al vele jaren lid van Antroposana. Er zijn zoveel goede dingen in de antroposofische geneeskunde, dat je wilt zorgen dat die blijft bestaan. Zelf heb ik veel baat gehad bij euritmie. Voor mijn artrose nu, smeer ik vaak met Arnica massage olie van Weleda en voor mijn koude voeten gebruik ik koperzalf. Actief zijn we altijd geweest.

We kwamen beide oorspronkelijk uit Groningen en leerden elkaar daar kennen bij het volksdansen. Dat doen we nog altijd. Je kunt pas zien of activiteiten te zwaar voor je worden als je ze doet! We gingen ook op kamp met een van de natuurverenigingen waar we lid van zijn. In de zomervakantie zijn we op pad met tent en fiets. Wel hebben we tien jaar een auto gehad. Die werd aangeschaft nadat een buschauffeur ons adviseerde om een vrachtwagen te nemen toen we met vier kleine kinderen, kinderwagen en bagage bij de halte stonden. Omdat de spoorwegen nogal fietsonvriendelijk zijn hebben een zoon en een kleinzoon aangeboden om ons dit jaar -voor het eerst- met fietsen en kampeerspullen op te halen en naar onze bestemming te brengen, die meestal in Groningen of Zeeland ligt. Het leven heeft ons niet altijd gespaard. Toen ik 65 jaar was ben ik aangereden door een auto. Ik belandde in het ziekenhuis en raakte in coma. Mijn hersenen werkten niet, ik kon niets meer. Het heeft lang geduurd voordat ik weer functioneerde. Maar ik heb mezelf gerevalideerd. Gerrit was mijn klankbord. Ik vroeg hem bijvoorbeeld hoe ik anders deed of liep dan voor het ongeluk. Daaraan paste ik me aan. Een muziekvriendin fietste nog toen ze negentig jaar was. Dat wil ik ook graag! Ik ben dan wel wat gekrompen, maar heb nog nooit iets gebroken. Ik ben optimistisch van aard. Je moet er gewoon in geloven!