Antroposofie doen

Door Redactie - In: geestelijke gezondheid, therapie - 4 december 2020

Tekst Simone Thomasse | Beeld Shutterstock


Misschien is verpleegkunde wel het meest humane werk dat bestaat: zieke en kwetsbare mensen begeleiden met kennis, aandacht en tact. Hoe geeft een antroposofisch verpleegkundige hier invulling aan? We vroegen het Anita Weerman van Rozemarijn, een antroposofische zorg­instelling in Haarlem voor mensen met een vaak meervoudige beperking.

Antroposofie doen

Een voetenbad, inwrijvingen, zalf- of oliewikkels – al deze aspecten van uitwendige therapie maken deel uit van het leven in Rozemarijn. Het is een van die extra’s die in de antroposofische gezondheidzorg ‘gewoon’ zijn, tot geluk van verpleegkundige Anita Weerman. Pas later in haar werkleven als verpleegkundige kwam de antroposofie op haar pad. Anita Weerman: 'Via de kinderen hadden we al kennis gemaakt met de vrijeschool én we hadden een antroposofisch huisarts – mijn interesse in de antroposofie was dus al veel eerder gewekt. Na mijn reguliere opleiding heb ik me verder geschoold als antroposofisch verpleegkundige en in 2001 stapte ik over naar Rozemarijn, toen net opgericht. Eerst werkte ik op de groep, maar toen het bewonersaantal groeide, ontstond er behoefte aan een verpleegkundige die functioneert als vraagbaak en bemiddelaar tussen arts, medewerkers, ouders en cliënten. Die taak kreeg ik.’

Op de ademhaling

Anita was al gewend om inwrijvingen en wikkels te geven en leerde aspecten hiervan aan haar collega’s. ‘Zoiets eenvoudigs, waarmee je zoveel kunt betekenen voor een ander! Meestal beginnen we met een voetenbad. Ik vertel altijd dat het belangrijk is om naar je buikademhaling te gaan en de voetinwrijving vervolgens op je in- en uitademing te geven. Dat creëert rust, zowel voor jou als gever als voor de ontvanger. Het is een moment van aandacht voor elkaar; je stapt samen even uit de dagelijkse routine. Meestal gebeurt dit in stilte. Dat hoeft niet altijd – bij mensen met een ernstig meervoudige handicap merk je vaak dat het juist wél fijn is om zachtjes een liedje te zingen of te neuriën. Het is net of je ze er dan beter bij krijgt. Maar voor bewoners die heel druk in hun hoofd zijn en veel praten is het een zegen om samen met jou die stilte te beleven.’

Hamam-uurtje

Een jaar of vijftien geleden kwam Yvonne Kaptein bij ons op een groep werken. Na verloop van tijd zei ze: ‘Anita, ik wil jou worden – jouw werk doen.’ Ze besloot elders verpleegkunde te gaan studeren, kreeg ondertussen twee kinderen en kwam terug. Inmiddels werkt ze inderdaad mijn uren en onlangs is ze gestart met de applicatiecursus antroposofische verpleegkunde. Zelf werk ik sinds kort nog maar één dag in de week en ben ik volledig vrijgemaakt om op te pakken wat ik belangrijk vind. Ik heb nu bijvoorbeeld de tijd om de biografieën van onze bewoners op te tekenen, prachtig om te doen. Mijn belangrijkste taak nu? Het nieuw leven inblazen van de uitwendige therapeutische vaardigheden. Want ja, sinds corona... We kregen goede informatie, zinnige protocollen en beschermingsmiddelen, maar een heleboel kon niet meer. In het begin waren we voornamelijk bezig met het voorkomen van besmettingen; daarnaast probeerde ik de heersende angst en onzekerheid een beetje weg te nemen en meer rust te brengen. Maar het wekelijkse hamam-uurtje op de dagbesteding - met elkaar genieten van een voetenbadje en voet- en handinwrijvingen - kan nog altijd niet. Vanuit alle groepen werd daaraan deelgenomen, sommigen kwamen met een rolstoel. Ik werd daarbij geholpen door een collega en soms ook door een deelnemer van de dagopvang die ik het leerde. Inmiddels moeten we ook nog eens rekening houden met de bubble; deelnemers uit de verschillende groepen dienen zo min mogelijk gemengd te worden. Daarom staat mijn fijne uurtje voorlopig nog on hold. Ook mag er nog steeds niet gezongen worden. Zingen – hoe belangrijk is dat! Slaan we niet een beetje door met z’n allen? Inmiddels ben ik trouwens wel weer begonnen met inwrijvingen. Gewoon met mijn handen en een mondkapje op.’

‘Het is hier mogelijk om in volle aandacht naast onze bewoners te staan. Ouders die een plek voor hun kwetsbare kind zoeken, herkennen het onmiddellijk.’

Levende antroposofie

‘Soms denk ik weleens: wat weet ik nou eigenlijk helemaal van de antroposofie? Ik ben er wel mee bezig, maar het kwartje valt bij mij meer door te doen dan door te lezen. We hebben bij Rozemarijn geen groot verloop; medewerkers ervaren het hier als een warm bad. Dat horen we ook van de ouders van onze cliënten. Het is heus aanpoten hoor, maar toch… de sfeer, de omgeving, wat er aangedragen wordt, de manier hoe er met elkaar en de cliënten omgegaan wordt. Het is hier mogelijk om in volle aandacht naast onze bewoners te staan – een belangrijke en misschien onzichtbare factor. Maar ouders die een plek voor hun kwetsbare kind zoeken, herkennen het onmiddellijk. 19 jaar geleden waren we veel antroposofischer dan nu. Het lijkt of het bewustzijn op een andere manier komt. Ik kan niet zeggen dat het slechter is, het is ánders. Al ben ik blij toe dat bij cliëntbesprekingen bijvoorbeeld nog steeds inlevend wordt waargenomen. Hierbij roept ieder voor zich het letterlijke beeld van de te bespreken cliënt op en aan de hand daarvan doen we samen ontdekkingen; daarvoor hoef je niet antroposofisch onderlegd te zijn. Vanuit de Raphaëlstichting worden genoeg scholingen en workshops aangeboden, superfijn. Maar het belangrijkste is: hoe kun je ervoor zorgen dat de antroposofie gaat léven in wat je doet? Dit aspect wil ik deze laatste jaren voor mijn pensioen meer aandacht geven.’

‘Ik ben zo blij dat de uitwendige therapie geborgd is bij mijn opvolger! Laatst vroeg ik haar waardoor het nou kwam dat zij het ervoor over had om een opleiding verpleegkunde te gaan doen om zich te kunnen specialiseren in antroposofische verpleegzorg. Door het warmteonderzoek dat we samen met onze voormalig directeur Astrid van Zon deden, vertelde ze (zie QR code onderaan dit artikel). ‘Hoe je dat dééd en dat ik dat ook zelf mocht doen… mooi vond ik dat. En als iemand terugkwam na een inwrijving van jou, was het net of hij even helemaal oplichtte.’ Toen realiseerde ik me dat ik een voorbeeldfunctie had. En niet alleen ik – die rol kunnen we allemaal vervullen. Een levende antroposofie neerzetten. Daar kan ik heel enthousiast voor worden.’


Anita Weerman (1956) werkte eerst op een ZMLK school en verzorgde crisisopvang met haar man binnen hun gezin. Het inspireerde haar tot de opleiding hbo verpleegkunde, die ze verbreedde met de opleiding antroposofische verpleegzorg.


Rozemarijn biedt dagbesteding en woon- en werkgelegenheid voor kinderen en adolescenten met verstandige of meervoudige beperkingen en/of psychiatrische kwetsbaarheid. Dit multifunctionele zorgcentrum is onderdeel van de Raphaëlstichting, die vanuit een antroposofische visie zorg biedt aan mensen met een verstandelijke beperking en actief is in de psychiatrie en verpleeghuiszorg. | raphaelstichting.nl

Meer over het warmte onderzoek van de Raphaëlstichting lees je in het artikel ‘Warmte vergt jaren van groei’.