Warmte vergt jaren van groei

Door Redactie - In: therapie - 11 februari 2015

Tekst Petra Essink uit: stroom 1, 2015 | Beeld Raphaëlstichting, bewerkt


Niet iedereen is gezegend met een goed werkend innerlijk kacheltje, dat als vanzelf het lichaam op temperatuur houdt. Astrid van Zon was tot eind 2015 directrice van Rozemarijn, dat onder andere bestaat uit een dagcentrum voor kinderen met ernstig meervoudige beperkingen in Haarlem. Uit ervaring weet zij dat deze kinderen vaak ijskoude ledematen hebben. Zij weet ook dat het toevoegen van warmte van buitenaf, bijvoorbeeld in de vorm van olie-inwrijvingen of handen en voetenbadjes, deze kinderen essentiële stappen in hun ontwikkeling kan laten zetten, ‘Uiterst kleine stapjes, die vanuit het perspectief van deze kinderen reuzenstappen zijn!’, vertelt Astrid in onderstaand interview. Zij en haar collega’s deden een onderzoek waarin zij hun jarenlange positieve ervaring met warmteondersteuning bevestigd zagen. Het onderzoek werd kort na publicatie ervan bekroond met de Han Nakken prijs.

 

Warmte vergt jaren van groei

Waarom dit onderzoek?

Astrid: ‘Zoals in veel antroposofische instellingen voor mensen met beperkingen, werken wij hier ook al vele jaren met de warmteondersteuning in de vorm van olie-inwrijvingen, (hand- en voeten) baden en warmtewikkels. In de kinderbesprekingen begon het ons op te vallen dat we bij kinderen die opeens een bepaalde positieve ontwikkeling doormaakten, vaak veel met warmte hadden gedaan. Hierdoor ontstond de vraag: zouden we dat niet eens kunnen onderzoeken?’

Waarom neemt warmte zo’n belangrijke plaats in, in de antroposofische gezondheidszorg?

‘Binnen de antroposofische gezondheidszorg wordt gesproken over een zogenaamd ‘warmteorganisme’, dat de warmteverdeling in de mens regelt. De kinderen die dagelijks naar Rozemarijn komen, zitten veelal in een rolstoel en zijn zowel zintuigelijk, lichamelijk als ook verstandelijk sterk beperkt. Daarnaast geldt voor bijna al deze kinderen, net als voor een pasgeboren kindje, dat zij zichzelf niet goed warm kunnen houden. Warmte is een basisvoorwaarde voor alle andere levensprocessen zoals de spijsvertering en andere opname- en afscheidingsprocessen. Als je koud bent bevries je een beetje en kom je moeilijker in beweging. De kinderen die naar het kinderdagcentrum van Rozemarijn komen hebben allemaal een beschadigd warmteorganisme, dat dagelijks onderhoud nodig heeft. Wij zien hier al heel lang dat warmte de kinderen de mogelijkheid geeft om meer in de wereld te komen, om mens te worden. Het verzorgen van het warmteorganisme geeft deze doelgroep echt een verbetering van de kwaliteit van hun bestaan.

Warmte gaat ook over behaaglijkheid. Als je het koud hebt, voel je je niet prettig en dan is het lastiger om je te openen voor de wereld om je heen. Daarom zijn warmte en het bijbehorende gevoel van welbevinden basisvoorwaarden om te kunnen leren. 

Je kunt natuurlijk meer dingen doen die invloed hebben op de warmte, zoals aangepaste kleding of verwarmende voeding. Om het helder en duidelijk te houden hebben we ons in dit onderzoek gericht op het toevoegen van uitwendige warmte. 

Een ander niveau van warmte is de liefdevolle aandacht. Het verzorgen van menselijke warmte is minstens zo belangrijk, daarmee voeg je ook warmte toe. Dat deze intermenselijke warmte een grote rol speelt kun je bij deze kinderen heel goed ervaren, juist omdat ze in alle opzichten zo ontzettend afhankelijk van hun omgeving zijn.’

 

“Als je het koud hebt, is het lastiger om je te openen voor de wereld om je heen”

 

 

Kun je een korte omschrijving geven van het onderzoek?

Kun je een korte omschrijving geven van het onderzoek?
‘Voor het onderzoek kozen wij drie kinderen, die allen een ‘ontwikkelingsperspectief’ hadden van 24 maanden. Dat houdt in dat deze kinderen een ontwikkelingsniveau hebben van ten hoogste twee jaar. Deze kinderen kregen vrijwel dagelijks een warmteondersteuning. De begeleidsters die de behandelingen uitvoerden werden begeleid door onze antroposofisch verpleegkundige Anita Weerman. Zij is gespecialiseerd in uitwendige therapieën. Het geven van warmtebehandelingen vraagt een enorme zorgvuldigheid; als er een verkrampte hand is, pak je die op een andere manier dan wanneer je te maken heb met een ontspannen hand. En ook ritme heeft een belangrijke werking op de levensfuncties en daarom werden de behandelingen ritmisch, dat wil zeggen op een vast moment van de dag, gegeven. 

Het effect van de warmteondersteunende behandelingen werd op twee manieren onderzocht. Allereerst door de huidtemperatuur van het kind te meten in relatie tot de eigen temperatuur van de begeleidster. Om dat goed te kunnen doen, moet je eerst goed kunnen waarnemen hoe het met je eigen temperatuur gesteld is. Het gaat erom met interesse waar te nemen wat er anders is bij de ander, terwijl je ondertussen voortdurend jezelf waarneemt. Dat is best een opgave. In die zin is het geven van warmteondersteuning een hele bewustwordingsweg voor de begeleiders. Daarnaast maten we de temperatuur van de huid ook met een huidcomputer. En ook werden bij één kind door de revalidatiearts en de fysiotherapeut de strekkingscapaciteit van de ledematen gemeten. Tevens werd gedurende de tijdsduur van het onderzoek gekeken naar de warmteverdeling over het lichaam, de huidskleur en de vitale functies. Warmte heeft ook een belangrijke functie bij de vertering, vandaar dat een andere belangrijke vraag die wij stelden was: hoe gaat het met de ontlasting?‘

 

“Het verzorgen van menselijke warmte is minstens zo belangrijk, daarmee voeg je ook warmte toe”

 

En wat zijn de bevindingen?

‘Hoewel de veranderingen niet voor alle kinderen gelijk zijn, stijgt gedurende het onderzoekstraject de lichaamstemperatuur bij iedereen. Daar waar de strekkingscapaciteit van de knieën en de armen is gemeten, is die na de behandeling van een warmtebad duidelijk verbeterd.

Uit de observaties komt naar voren, dat alle drie de kinderen in de loop van de behandeling meer ontspannen zijn en twee van de drie meer contact maken met hun omgeving. Een van hen kan haar handen beter openen. Twee kinderen laten duidelijk zien dat ze mensen en objecten in hun omgeving meer met hun ogen volgen. Een van de kinderen lacht meer, en huilt minder. Ze maakt meer geluid en heeft meer momenten van wakkerheid. Een ander kind verliest zich minder in de buitenwereld. Verder hebben de kinderen minder last van obstipatie. En dat is heel mooi, als je weet dat veel van deze kinderen dagelijks laxeermiddelen moeten slikken. 

Iedereen kan leren. Dat is, bij alles wat wij hier doen op Rozemarijn, het onderliggende uitgangspunt. Het is niet gemakkelijk om bij de kinderen uit onze doelgroep waar te nemen waar hun ontwikkeling uit bestaat. Maar dat het met onze oppervlakkige beschouwing moeilijk is om die ontwikkeling te zien, betekent niet dat die er niet is! 

Ik ben heel blij dat wij met dit onderzoek een aantal positieve effecten van het ondersteunen met warmte hebben kunnen laten zien. We denken na over een vervolgonderzoek, want hoe duidelijker datgene wat wij hier dagelijks zien gebeuren beschreven staat, hoe beter!’

Onderzoek ontvangt prijs

Het onderzoek Warmte vergt jaren van groei bleef niet lang onopgemerkt. Al een paar maanden na publicatie ontving het de zogenaamde Han Nakken prijs. De in 2010 overleden Han Nakken, een bevlogen orthopedagoog, heeft zich door zijn vele onderzoeken en publicaties sterk ingezet voor het verbeteren van de kwaliteit van leven van kinderen met ernstig meervoudige beperkingen. Het Research Centre on Profound and Multiple Disabilities, onderdeel van de afdeling Orthopedagogiek van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen van de Rijksuniversiteit Groningen, looft iedere twee jaar de Han Nakken prijs uit voor de beste wetenschappelijke prestatie op het gebied van personen met zeer ernstig verstandelijke en meervoudige beperkingen.

Warmte maakt het verschil

‘De handen van Bart zijn verkrampt en koud. Zij zijn altijd tot vuisten gebald en daarmee dicht. De eerste tijd warmt de begeleidster zijn gebalde handen dagelijks in haar handpalmen; ze legt haar handen er als een kom omheen. Als hij hieraan gewend is, wrijft ze zijn armen en handen dagelijks voorzichtig in met een olie die verwarmend werkt. Op zijn gezicht verschijnt een zweem van een glimlach. Het inwrijven gebeurt iedere dag, lange tijd. Na maanden ontspannen de vuisten zich wat en langzaam gaan de handen een beetje open. Dan komt de dag dat de handen zo open zijn, dat er iets ingelegd kan worden. Nu kan er ook getast gaan worden. Er wordt begonnen met zachte voorwerpen. Na een aantal keren gebeurt er iets met zijn mimiek. Zijn ogen tasten als het ware naar binnen toe; hij concentreert zich en zijn hand beweegt licht over het voorwerp. Ook Bart kan iets nieuws van de wereld gaan ervaren en leren.’ 
Uit de inleiding van Warmte vergt jaren van groei, 
Astrid van Zon, Raphaëlstichting, 2014.

 

Wie is Astrid van Zon?

Astrid van Zon studeerde pedagogie en theologie. Ze werkte vanaf haar achttiende in de antroposofische zorg. Vanaf haar drieëndertigste raakte ze betrokken bij het opzetten van nieuwe initiatieven op dit gebied, eerst in Zeist, later in Rotterdam en Haarlem. In Haarlem werd ze mede-oprichtster en later directeur van Rozemarijn. Dit multifunctionele centrum op antroposofische grondslag biedt zowel dagbesteding als woon- en werkgelegenheid voor kinderen en (jong)volwassenen met verstandelijke of meervoudige beperkingen en/of psychiatrische kwetsbaarheid. In 2016 werd zij directeur van de therapeutische leef-werkgemeenschap Urtica De Vijfsprong.