Zoeken naar kracht in een kwetsbare situatie

Door Redactie - In: ouderen, therapie - 11 februari 2015

Tekst:  Mieke Linders   I   Fotografie: Jan Graafland en Winand Stut


Een ieder die een groot verlies kent weet dat rouwverwerking tijd en ruimte vraagt. In het bijzonder geldt dit voor Lilian de Rek en Liesbeth Borg. Lilian de Rek (1970), sociologe, leidt uitvaartdiensten en begeleidt mensen met verlies- en rouwproblematiek. Liesbeth Borg (1959) is al vijfentwintig jaar kunstzinnig therapeute bij het Therapeuticum in Leiden en gaf les aan de opleiding kunstzinnige therapie van de Hogeschool Leiden. Samen begeleiden Lilian en Liesbeth groepen die rouwverwerking tot doel hebben. Hoe zij dat doen, vertellen zij in onderstaand artikel.  

Zoeken naar kracht in een kwetsbare situatie

Mysterie

Lilian: ‘De dood is mysterieus, zoals ook het leven dat eraan voorafgaat. Onze herkomst en bestemming kennen we niet uit eigen ervaring. Wanneer een geliefde overlijdt, word je als nabestaande overweldigd door emoties en teruggeworpen op jezelf. Het eerste gevoel na een verlies is vaak dat de zin om verder te leven ontbreekt. De grond is weg onder je voeten en gevoelens van gemis en eenzaamheid overheersen. Om die emoties te kanaliseren en enig zicht te krijgen op de moeilijk te bevatten staat van verwarring is het waardevol rituelen toe te passen. Regelmatig een kaars aansteken bijvoorbeeld of in een terugkerend ritme met speksteen werken, kan opnieuw vertrouwen geven in jezelf en in het leven dat voor je ligt. Het doel van rouwbegeleiding is (je te) helpen je eigen levensbron terug te vinden. Een ware zoektocht!’ Liesbeth: ‘Scheppend bezig zijn is een middel om controle te krijgen en te houden over de chaos. Iets ogenschijnlijk simpels als een scherp stukje speksteen met een schuurpapiertje weghalen, of juist niet, kan al een kantelpunt betekenen. Omdat het je laat ervaren dat je zelf een verandering kunt aanbrengen.’

Rouwgroepen

Tijdens de bijeenkomsten van de rouwgroepen die Liesbeth en Lilian begeleiden worden rituelen aangereikt, waarna ieder op zoek gaat naar eigen passende rituelen. Lilian: ‘Ritueel stil zijn bijvoorbeeld. En het meenemen van foto’s van de niet meer aanwezige persoon. Het is mooi om te zien hoe de aard van de meegenomen foto’s geleidelijk aan verandert. De eerste tijd na het afscheid zijn er de ‘stille’ foto’s. Verder in het proces komen mensen vaak met foto’s van meer prettige herinneringen. Tijdens de groepsbijeenkomsten gaan we op zoek naar ankerpunten. Die zijn te vinden in geliefde bezigheden. Of in het stilstaan bij een spreuk. Als houvast voor de week worden reflecties genoteerd in een boekje. Het werken met speksteen is een wezenlijk onderdeel van de begeleiding’. Liesbeth: ‘De stenen laten we op de tast uitzoeken, omdat bij kiezen met de ogen het hoofd te veel bepaalt, en minder het hart.

We merken ook hoe de ritmes van de seizoenen doorwerken. Zo is de kersttijd beladen. Soms gaat men met redelijk vertrouwen de kerstdagen in, maar volgt in januari een terugslag. Het hoofd is dan meer aan het woord geweest dan het lijf. Vaak wordt niet beseft hoe ingrijpend het effect van rouw is op het lichaam. Pijn op de borst is één van de lichamelijke klachten die kunnen optreden. En ook: mensen kunnen zich letterlijk koud voelen. We raden warme sokken aan, warme voeding en dranken. Antroposofische medicijnen als Aurum Stibium en hulpmiddelen als Solum olie en Aurum zalf met rozenolie zijn heilzaam voor lichaam en geest. En om thuis te komen in het lichaam adviseren we ritmische massage. Bij alles wordt het delen van ervaringen als heel ondersteunend ervaren’.

Lilian: ‘Natuurlijk is het begeleiden intens. Om als begeleider in balans te blijven beginnen we voorafgaand aan het groepswerk zelf met een ritueel. We branden een kaars’, Liesbeth vult aan: ’of we staan stil bij de gezondheidsspreuk van Rudolf Steiner. De vorderingen die mensen maken en hun dankbaarheid zijn uiteraard een geschenk.’

Ruimte voor Rouw

Lilian: ‘De ervaringen in de groep vonden we van zo’n grote rijkdom dat we die graag in een groter daglicht wilden brengen. De titel van het symposium ‘Ruimte voor Rouw’ staat voor de tijdsspanne die nodig is om bij rouw te komen en te blijven. Iemand die wordt geconfronteerd met verlies kan niet meer deelnemen aan de jachtige maatschappij. De innerlijke en uiterlijke wereld zijn losgeraakt van elkaar. Innerlijk ruimte scheppen is van belang om die parallelle werelden weer met elkaar in verbinding te brengen. Daarvoor moet eerst de eigen levensbron worden opgezocht. Vragen als: is het leven nu afgelopen? Bestaat er een geestelijke wereld of niet? Hoe kom ik ermee in contact? dienen zich aan. Er is kracht nodig voor deze zoektocht, die voor ieder verschillend is van aard en duur. Het betekent in wezen het opnieuw opbouwen en herontdekken van de eigen identiteit. Religie, kunst en scheppende vermogens zijn thema’s in de groepsprocessen. Bronnen van inspiratie zijn antroposofie, christelijke stromingen, humanisme, boeddhisme. Tijdens de begeleiding proberen we door middel van de verschillende werkvormen een houvast te creëren. Die werkvormen komen terug in de workshops van het symposium’. Liesbeth vat het proces samen: ‘Het is een zoeken naar kracht in een kwetsbare situatie’.