Steviger in je huisje met euritmietherapie
Tekst I Petra Essink Foto I Hapé Smeele
Stroom geeft het woord aan... Mette (9) en haar moeder Colette (44). Mette krijgt euritmietherapie van euritmietherapeut Wieger Veerman.
Colette: ‘Toen Mette 6 jaar was kregen we van de kleuterjuf te horen dat Mette het moeilijk had met overheersende medekleuters. Mette was toen in de basis een stevig verankerd meisje, maar in het naar buiten treden uit haar huisje was ze of te aarzelend of te ferm, er was niet voldoende balans. Deze aarzeling zag de juf ook terug in het doen van haar oudste kleuterwerkjes, waardoor ze zorgvuldig, maar erg traag werkte. De kleuterjuf adviseerde om euritmietherapie met Mette te gaan doen. We wisten toen nog niet zo veel van antroposofie, maar we begrepen wel wat juf bedoelde met het bewonen van haar huisje. We vonden een euritmietherapeute en Mette kreeg oefeningen om ‘haar huisje’ te gaan bewonen. Ook kregen we een spreuk mee om ’s avonds voor het slapen gaan met Mette te zeggen. Het werkte, Mette werd steviger, kon zich aan de ene kant beter afschermen en werd aan de andere kant opener en ontvankelijker.
Begin dit schooljaar werd duidelijk dat Mette dyslectisch is. Vanwege de goede ervaringen van destijds besloten we, naast het dyslexieprogramma vanuit school, opnieuw een euritmietherapeut te vragen om ondersteuning.
Wieger Veerman heeft zijn praktijk hier in de buurt, dat is makkelijk. Wieger doet onder andere oefeningen met Mette die de samenwerking tussen de linker- en rechterhersenhelft stimuleren. Een van ons als ouder is bij de therapie aanwezig. Mette krijgt huiswerk mee naar huis, bepaalde oefeningen moeten we thuis dagelijks doen. Bijvoorbeeld huppelen en dan steeds met je rechterteen je linkerknie aanraken en andersom. Mette oefende ook met lemniscaten lopen. De euritmietherapie wordt in blokken van 7 sessies gegeven. Tussen ieder blok is er een pauze omdat de oefeningen tijd nodig hebben om verinnerlijkt te worden. Mette heeft nu net het derde therapieblok afgerond en het is ongelooflijk hoe ze met lezen vooruitgegaan is. Een half jaar geleden zat ze op het nivo van klas 1 (groep 3). Haar lezen is nu een paar maanden achter op het niveau van haar klas 3. Dat komt natuurlijk niet alleen door de euritmie, maar ik ben ervan overtuigd dat het een grote ondersteuning in haar ontwikkelingsproces is geweest.’
Mette: ‘Ik vind het leuk om naar Wieger te gaan. Het is fijn en ik word er helemaal rustig van.’
Colette: ‘Het mooie aan deze manier van ondersteunen vinden wij dat niet alleen wordt gefocust op een gebrek of een probleem. Wij hebben ervaren dat er naar het geheel van ons kind wordt gekeken, naar wie Mette eigenlijk is. Van daaruit is gekeken naar hoe Mette in haar ontwikkeling geholpen zou kunnen worden. Wij vinden dit een hele mooie aanvulling op de reguliere aanpak van dyslexie.’
Wieger Veerman heeft een praktijk aan huis in Warnsveld en is daarnaast verbonden aan vrijeschool De Kleine Johannes in Deventer als euritmiedocent. Wieger heeft een oefenprogramma voor dyslectische kinderen samengesteld.
Wieger: ‘Dyslectische kinderen leven veelal onder grote druk, druk die ze zichzelf opleggen of druk die de omgeving ze oplegt. Vaak zijn hun lichamen in meer of mindere mate verkrampt en koud. Het belangrijkste is dat het bij het kind weer gaat stromen. De euritmie bedient zich van ritmische en vloeiende bewegingen die dit stromen, anders gezegd: het “prettig in je huisje wonen”, kunnen bewerkstelligen. Euritmietherapeuten worden in de opleiding en in de jaarlijkse nascholingen voldoende toegerust met oefeningen om succesvol kinderen met dyslexie te begeleiden, het is de kunst om de juiste oefeningen bij het kind passend te krijgen want elk kind met dyslexie is anders en uniek.’