Bewustzijn tot in je vingertoppen

Door Redactie - In: therapie - 25 april 2017

Tekst: Kalle Heesen Fotografie: Heidi Arts


Bewustwording, dat is de belangrijkste inzet van de hartschool. Want pas als je je bewust bent van dingen, heb je de keuze om ze te veranderen. Bij de euritmietherapie van Irene Pouwelse geldt dat zeker. Ze daagt mensen uit om bewuster te worden van hun lichaam, ‘tot in hun vingertoppen!’

Bewustzijn tot in je vingertoppen

Hoe leer ik mijzelf begrenzen? Die vraag is voor mensen met hartproblemen vaak moeilijk te beantwoorden, zo ervaart Irene Pouwelse: ‘Het is zeker niet altijd zo, maar ik zie vaak dat mensen met hartproblemen weinig eigen lichaamsbesef hebben. Hun voeten zijn voor hen best ver weg, ergens daar beneden. Als ik hen vraag om een ritme van kort-kort-lang te lopen, dan zie je vaak dat ze dat kunnen bedenken, en zelfs hardop kunnen zeggen, maar dat hun voeten wat anders doen. Wat ik ook regelmatig zie is dat de mensen makkelijk met iemand mee kunnen stromen en daarbij zichzelf vergeten. Bij de euritmieoefeningen wordt dat al snel zichtbaar.’

Bewegen met je levenslichaam

Dat patronen duidelijk kunnen worden door euritmie te doen, komt door het karakter van de euritmie. Het is niet zomaar een vorm van bewegen: ‘Je probeert steeds je levens- of etherlichaam mee te nemen in de bewegingen die je met je fysieke lichaam maakt,’ legt Irene uit. ‘Als je functioneel en gewoontegetrouw beweegt, kan je levenslichaam dat niet bijhouden. Bij euritmie voer je de bewegingen zo bewust uit dat dit wel lukt. In feite is het dat levenslichaam wat de bewegingen maakt. Je fysieke lichaam alleen is slechts dode stof.’

In je levenslichaam zitten ook je gewoonten en patronen opgeslagen die met het maken van bewegingen zichtbaar worden: ‘Wat ik vaak hoor is dat mensen zeggen: “Ik kan heel lang over iets praten, maar bij deze oefening kom ik mezelf tegen. Door de bewegingen word ik me opeens bewust hoe ik de dingen altijd doe.” En dat kan, zo legt Irene uit, best confronterend zijn: ‘Je ervaart dan letterlijk dat je niet alleen deze oefening, maar  misschien veel vaker dingen te gehaast wilt doen, of te veel vanuit je hoofd, of te veel bij de ander bent in plaats van bij jezelf.’

Meegaan met de wereld

Dat laatste is volgens Irene vaak het geval: ‘Als je naar het hart kijkt zie je dat het helemaal kan samentrekken, de systole, én dat het zich helemaal kan ontspannen in zijn omgeving, de diastole. Bij de basisoefening voor het hart bootsen we dat na. Je maakt je wijd en gaat helemaal mee met je sympathiegevoelens,’ Irene doet langzaam haar armen uit elkaar, ‘en je komt weer bij jezelf,’ ze kruist haar armen met een korte stevige beweging voor haar borst. ‘Deze oefening helpt je om gevoelens te ervaren van helemaal-met-de-wereld-meegaan, en het omgekeerde: bij-jezelf-komen. Die twee zijn heel belangrijk om te leren herkennen.’

Maar deze oefening doet meer dan alleen je bewustmaken van die gevoelens: ‘Het hart “herkent” de gebaren die je maakt. Het is voor een hart erg fijn als er een evenwicht is tussen het samentrekken en het loslaten. Het is voor geen enkel orgaan, maar zeker niet voor het hart fijn als je te veel samentrekt of te veel loslaat,’ legt Irene uit, ‘want je wilt niet dat het hart zélf bijvoorbeeld teveel gaat samentrekken, bijvoorbeeld door permanente stress, of juist teveel gaat loslaten door te weinig beweging of overdadig eten. Dan heb je mogelijk spoedig een hartprobleem.’

Tot in je tenen

Binnen de hartschool wordt euritmie een aantal keren aangeboden. Het is de bedoeling dat de cursisten thuis zelf met de oefeningen aan de slag gaan: ‘Het werkt niet echt als ze dat maar tien minuten per week doen. Het zou een soort tandenpoetsen moeten worden wat je elke dag herhaalt,’ legt Irene uit. Ze ziet dat dat niet voor iedereen makkelijk is: ‘Soms is de weg naar elke dag ruimte voor euritmie maken nog lastiger is dan de euritmieoefening zelf.’

Waar bijvoorbeeld de gesprekstherapie mensen bewust maakt van dingen op ‘hoofd-niveau’, gaat de euritmie verder: ‘Via de euritmie krijg je niet alleen bewustzijn, maar oefen je om het ook te doen en waar mogelijk te veranderen. Het hele lichaam doet mee. Na de oefeningen ben je meer aanwezig in je eigen lijf. Het is bewustzijn tot in je vingers en je tenen.’


Wie is Irene Pouwelse?

Sinds 1984 is Irene Pouwelse werkzaam als euritmietherapeut, aanvankelijk op vrijescholen en sinds 1998 bij Therapeuticum Aurum. Ook werkte ze bij de Arta-Lievegoedgroep van 2007 tot 2012. Sinds 2011 is ze sectiecoördinator van de Sectie voor Woord, Muziek en Euritmie van de Antroposofische Vereniging in Nederland. Irene geeft regelmatig meditatie-cursussen in combinatie met euritmie-oefeningen en mindfulness. Ze is betrokken bij het onderzoek naar Hartrimestoornissen o.l.v. het lectoraat voor antroposofische gezondheidszorg in Leiden.