Twee zonnen

Door Redactie - In: column - 4 december 2020

Column Jan Graafland/Beeld Shutterstock


Als tuinman ben ik vrijwel altijd buiten, heb ik vaste grond onder mijn voeten, ben ik omgeven door groen. Onder stilte, storm en regen raak ik verweven met de seizoenen. Wat dat betreft gaan de aarde en ik het hele jaar gelijk op. In de lente leven we op. In de zomer floreren we; ik met een jubelende ziel; de aarde letterlijk met bloemen. In de herfst keren we inwaarts. De aarde met vruchten aan de bomen. En ik, ik haal de oogst binnen. In de winter tenslotte, gaan we ondergronds. Het aardse leven trekt zich terug in de wortels van struiken en bomen. Ik kruip weg in een donkerend huis.

Twee zonnen

Ons levensritme pulseert onder het toeziend oog van de zon. Met een grootse beweging van stijgen en dalen heerst hij over de aarde en mij. In de lente zie je hem met de dag hoger aan de hemel staan. Midzomer, vervolgens, bereikt hij zijn hoogste punt en grootste macht: het zomersolstitium. Meteen daarna daalt hij af – in de herfst op zijn snelst. Midwinter, (het wintersolstitium), staat de zon bijna 50 graden lager aan de hemel dan in de zomer. Het is een levend ritme.

Het jaar en de dag kennen hun eigen zonnebaan. Je zou kunnen zeggen: de ochtend is de lente van de dag. En de lente is de ochtend van het jaar. Het middaguur is de zomer van de dag. En de zomer is het middaguur van het jaar. De avond is de herfst van de dag. En de herfst is de avond van het jaar. De nacht is de winter van de dag. En de winter is de nacht van het jaar. Meegaand in die dynamiek oogst ik wanneer in de lente de bomen uitlopen, de jonge blaadjes van de berk – bij voorkeur in de vroege ochtend. En wanneer we hoogzomer de bloempjes van het sint-janskruid oogsten, doen we dat haast automatisch rond het middaguur. Want als de zon op zijn hoogst staat, zijn de bloemen het mooist en is de werking het krachtigst.

Het is nazomer als ik dit schrijf. Nog te vroeg voor de oogst van de wortels van de valeriaan. Dat doen we pas aan het eind van de herfst, rond namiddag. Eigenlijk, naar de aard van het wortelwezen, zouden we tot de winter moeten wachten en dan pas oogsten in de nacht. Maar in de winter heb je kans dat de grond bevroren is, of onbegaanbaar vanwege nattigheid. En in de nacht, nou dan werk ik liever niet.

Maar de levensloop van de gewassen is diep verbonden met twee zonnen; met de jaarzon en, op fijner niveau, met de dagzon. Als tuinder navigeer ik op beide. Hoe vanzelfsprekend het allemaal ook mag lijken: dit is voor mij dynamische landbouw. Geleid te worden door de ritmen van de natuur, geeft me het vertrouwde, solide gevoel van gedragen worden. Ik zou niet weten hoe het anders moet.


Jan Graafland verzorgt al twintig jaar de biodynamische Weledatuin met medicinale planten en bijenvolken in Zoetermeer. Waarneming is misschien wel zijn belangrijkste tuingereedschap.