Oud wordt nieuw

Door Redactie - In: column - 20 december 2019

Column | Jan Graafland


Dat de Vitex (Vitex agnus-castus L., monnikspeper of kuisheidsboom) niet oud zou worden op onze voedzame kleigrond, voelde ik op mijn klompen aan. Op een rantsoen van droogte, gecombineerd met schrale grond zou hij het langer hebben volgehouden. De toestand van de struikachtige plant verslechterde zienderogen. Elk voorjaar maakte de eigenlijk te snel te groot gegroeide struik minder jonge loten aan en stierven er meer takken af. Ik hield er rekening mee dat de tijd nabij was dat deze mediterrane, boomgrote struik het leven zou geven en gaf hem hooguit nog twee jaar. Van zaad dat ik uit Griekenland had mee gegapt kweekte ik een aantal nieuwe Vitexjes op. Dolend door de tuin, met twee kwekelingen in mijn hand, me afvragend waar ik deze zou gaan planten, kwam ik tenslotte uit bij de ‘oude’, kwijnende Vitex. Mij overkwam het idee beide jonkies direct aan de voet van de oude te planten, zodat ze nog even samen zouden konden opgroeien.

Oud wordt nieuw

De jonge Vitexjes gedijden goed in de luwte van de oude. Het was alsof de oude dat zelf ook aanvoelde, zich daarmee tevreden stelde en daardoor kon berusten in zijn lot. Toen de nieuwe aanplant het volgende voorjaar met frisgroene blaadjes tevoorschijn kwam, bleef de oude kaal en droeg alleen nog dood hout. Het leven was eruit getrokken. Een sterfgeval? Kun je in het geval van een plant van sterven spreken?

Een plant maakt deel uit van de groep gelijksoortige planten, waarvan hij de groepsnaam draagt. Alle Vitexen, van klein tot groot, van oost tot west, van noord tot zuid, zijn Vitex. Elke plant is een afspiegeling van zijn soort en is als enkeling niet uniek. Dat wil een plant ook niet. Geen plant heeft de neiging afstand te nemen van zijn groep om zich te individualiseren, of te emanciperen, zoals mensen gedurende hun ontwikkeling wel doen. Voor het wezen Vitex doet het sterven van een enkel exemplaar er niet toe. Zolang er nog planten van de soort in leven zijn, al is het er maar één, blijft het (groeps)wezen van de plant gewoon bestaan.

Het wezen van de plant maakt zich bij het afsterven van een exemplaar niet los van de aarde. Het afsterven van de oude Vitex bracht in onze tuin slechts een verplaatsing van het Vitexwezen met zich mee naar de nieuw aangeplante exemplaren. De dode, naar de aarde teruggevallen plant vormde grond voor de nieuwe. Zowel de dode als de levende planten zijn aarde-gebonden. Daarom gaan afgestorven planten niet naar de hemel. Ik schrik ervan dat ik dit zomaar durf te zeggen.


Jan Graafland verzorgt al twintig jaar de biodynamische Weledatuin met medicinale planten en bijenvolken in Zoetermeer. Waarneming is misschien wel zijn belangrijkste tuingereedschap.