Fluor, waarom niet?

Door Redactie - In: column - 10 juli 2020

Peter Borm, integratief tandarts | Beeld Shutterstock


Zeer waarschijnlijk ben ik een van de weinige tandartsen in Nederland die geen fluorverbindingen gebruikt in zijn praktijk. Soms heb ik daar wel eens last van. Het is nu eenmaal gemakkelijker om gewoon met de stroom mee te kabbelen in plaats van een dwarsdenker te zijn.

Fluor, waarom niet?

Net als al mijn collega’s ben ik regulier opgevoed met het geloof in fluoride, ogenschijnlijk geheel wetenschappelijk onderbouwd. Maar dat geloof is bij mij omgeslagen. Om te begrijpen waarom ik geen voorstander ben van het gebruiken van fluoride in mijn praktijk eerst een stukje voorgeschiedenis.

Niemand weet het

Na mijn afstuderen aan de Universiteit in Nijmegen, koos ik ervoor om uitgezonden te worden naar een ontwikkelingsland. Ik kwam terecht in Malawi, waar ik drie jaar als tandarts werkte in een missieziekenhuis met 220 bedden. In die periode ben ik me pas goed gaan realiseren hoe bijzonder het gebit is. Het duurt globaal 10 jaar voor wij een gebitselement hebben gevormd en we zijn daar (ongemerkt) dag en nacht mee bezig. Het is een kwetsbaar en gecompliceerd proces waarmee we heel voorzichtig moeten omgaan. Ook is het heel moeilijk om gebitsvorming als proces volledig te begrijpen. Toen ik me dat bewust werd, drong de vraag zich bij me op of de materieel-chemische weg van het toedienen van fluorverbindingen wel de juiste was om het probleem van cariës op te lossen of te voorkomen.

Ik dook weer in de boeken, maar werd door de statistieken niet gerustgesteld. De toepassing van fluoride gaf weliswaar een flinke statistische daling van de aandoening, maar gaf geen antwoord op wat het toedienen van fluorverbindingen nu eigenlijk in de rest van het lichaam of onze geest doet. Wel stuitte ik op een wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd in Amerika, waarin tandartsen en studenten tandheelkunde gevraagd was naar wat er nu eigenlijk in het menselijk lichaam gebeurt als je een bepaalde hoeveelheid fluoride toedient. Hoe reageren we op deze stof? Wat gebeurt er bijvoorbeeld met onze stofwisseling? Uit het onderzoek bleek dat niemand het wist. Terwijl je van een (tand)arts toch zou mogen verwachten dat hij of zij dat wèl precies weet. De respondenten wisten niet meer dan wat de fabrikant van fluor hen had verteld.

Chemische bindingsdrang

Toch weten we uit onderzoeken best het nodige over de werking van fluorideverbindingen. Als chemisch element heeft fluor bijvoorbeeld een enorme bindingsdrang. Het legt alles vast en vertraagt de stofwisseling. De zogeheten “veilige” dosering verschilt van persoon tot persoon en varieert ook nog eens per leeftijd. De marge tussen een eventuele veilige toepassing en juiste dosering is klein. Beter gezegd: we weten het eigenlijk nog niet precies. De kans op bijwerkingen, waarvan er inmiddels vele bekend zijn, is groot. Fluorverbindingen worden intussen algemeen aangemerkt als “neuro-toxisch”: schadelijk, zelfs giftig voor het zenuwstelsel, en alles wat daarbij betrokken is. Er wordt bijvoorbeeld geconstateerd dat fluor alle enzymreacties in het lichaam beïnvloedt (vertraagt), het verstoort hormoonwerkingen en het zou, volgens weer andere wetenschappers, de lichamelijke pubertijdsontwikkeling bij met name meisjes vervroegen. Er zijn zelfs wetenschappers die een verband menen te hebben gevonden met de ontwikkeling van dementie. Lastig is ook dat veel verschillende wetenschappelijke onderzoeken elkaar tegenspreken. Eén ding is voor mij helder: fluoriden kunnen allerhande processen in het lichaam beïnvloeden.

Nu wil ik met mijn gedachten hierover mijn collega’s zeker niet afvallen. Elke tandarts is vrij om te doen wat zij of hij wil als het gaat om fluor, maar ik gebruik het vanwege zo veel onduidelijkheden niet. In mijn ogen zijn de risico’s te groot. Bovendien bestaan er goede alternatieven voor het voorkomen van cariës. Een gezonde leefstijl bijvoorbeeld. Daar kun je iedere dag opnieuw zelf vorm aan geven.