Kinderen leren slapen - Wat is de meerwaarde van een gecombineerde behandeling?

Door Redactie - In: opvoeden - 19 januari 2024

Tekst Manon Berendse | Beeld cottonbro-studio

Slaapproblemen komen veel voor bij jonge kinderen. Het is ook nogal wat: geboren worden, je lijf gaan bewonen en heel hard groeien. Een goed slaappatroon ondersteunt al deze processen, maar het is wel een vaardigheid die kinderen moeten leren. Ook de omgeving is van invloed op hun slaapgewoonten. Het Kindertherapeuticum heeft aandacht voor al deze aspecten en adviseert vaak een vorm van therapie, medicatie en begeleiding van ouders. De vraag of deze gecombineerde behandeling werkt, wordt momenteel onderzocht door kinderfysiotherapeute en promovenda Nicole Weerts.

"Ik denk dat er meer gebeurt gedurende onze slaap dan we kunnen meten en weten."

Kinderen leren slapen - Wat is de meerwaarde van een gecombineerde behandeling?

Het is nog te vroeg om bevindingen te delen, want het onderzoek loopt nog, maar waarom is het belangrijk dat dit slaaponderzoek plaatsvindt?

‘Als kinderfysiotherapeute ontmoet ik veel jonge gezinnen die te maken hebben met slaapproblematiek. Slapen is een aan te leren vaardigheid binnen een kinderleven. Ouders en soms ook een zorgverlener kunnen daarbij helpen. De conventionele zorgrelatie is vaak één op één: met de slaapproblemen van je kind beland je meestal bij een huisarts óf kinderarts óf een slaapcoach. Bij het Kindertherapeuticum wordt je vraag juist vanuit meerdere disciplines verkend en komen die bevindingen samen in een multidisciplinaire diagnose. Vaak is er ook sprake van een gecombineerd behandeladvies. Deze multidisciplinaire aanpak kenmerkt de antroposofische geneeskunde. Meerdere interventies richten op één klacht lijkt zinvol, maar dan wil je natuurlijk wel weten of en hoe zo’n aanpak werkt.’

Wat verwacht je van dit onderzoek?

‘Allereerst onderzoeken we of die gecombineerde behandeling effectief is. Leidt het tot een betere slaap? Dat drukken we uit in de slaapduur, zodat de resultaten goed te vergelijken zijn met andere slaaponderzoeken. Daarnaast hebben we nog een aantal secundaire vraagstellingen over de slaap. We willen graag weten of ouders stress ervaren gedurende de behandeling en of het kind stress ervaart. Ouders geven hun mate van stress een cijfer (0-10) en van kinderen nemen we een klein beetje hoofdhaar af: in haren kun je het stresshormoon cortisol laten meten. En verder kijken we naar de belastbaarheid van ouders en kind. Voelen ouders zich groeien in hun ouderschap gedurende de behandeling? En verschillen al deze uitkomsten met de standaard gedragsmatige behandeling in de controlegroep?'

Kun je een voorbeeld noemen uit jouw praktijk als behandelaar?

'Ik heb veel mooie dingen zien gebeuren in de dertig jaar dat ik nu werk. Ik heb kinderen met forse gedragsproblemen binnen zien komen, waarover we ons als team bogen. Wat vraagt dit kind nu eigenlijk en wat kunnen we bieden? Als het dan lukt om bijvoorbeeld een kind toch naar een gewone school te laten gaan, is dat een grote stap. Ik denk dat het van betekenis is, dat je met elkaar naar het wezen en de ontwikkeling van het kind gekeken hebt en dit bevraagd hebt. Dit is voor mij de meerwaarde van de antroposofische gezondheidszorg. Pas nog behandelde ik een baby van drie maanden, verwezen door het consultatiebureau. De moeder was in tranen omdat haar kindje overdag niet sliep. Samen hebben we haar zorgen verkend. Toen ik daarna het buikje van het kind aanraakte, voelde ik een enorme spanning. Toen ik de moeder vroeg hoe het met haar ging, vertelde zij ook onder enorme spanning te staan. Ik heb haar toen gevraagd om eens diep uit te ademen. Dat deed ook de spanning bij haar kindje afnemen.

Wat heb ik nu helemaal gedaan? Ik heb naar het kindje én de moeder gekeken. Zij was daar ontvankelijk voor en realiseerde zich dat haar kindje reageert op haar eigen spanning en ontspanning. Is dat toveren? Nee. Het is kijken naar het geheel en je bevindingen omzetten in een handeling die dat geheel ten goede komt. De antroposofische geneeskunde kijkt niet alleen naar wat acuut nodig is, maar ook naar wat het organisme verder kan versterken. Wat heb je bijvoorbeeld nodig om je vitaliteit en zelfherstellende vermogen te ondersteunen? In dit geval dus ook bij de moeder.’

 

"Uiteindelijk laat ik een kindje niet beter slapen. Dat doen de ouders."

Is er veel belangstelling voor je onderzoek?

‘Toen ik begon in 2018 was slaap nog niet zo’n groot onderwerp, maar dat is het wel geworden. Wat mensen aanspreekt als ik over dit onderzoek vertel, is de context- gebaseerde visie en de individuele aanpak. Maar zodra het woord antroposofie valt, vinden mensen het lastig worden. Er kleeft iets aan dat woord. Toen ik tijdens mijn opleiding tot kinderfysiotherapeute wel eens vroeg of er andersoortige ervaringen naast de reguliere aanpak konden worden besproken was de eerste vraag zo ongeveer: Is er evidentie voor? En als het dan dus nog niet wetenschappelijk onderzocht was, was er geen interesse meer. Zelf houd ik de blik liefst wijder open, maar het heeft me ook gemotiveerd om te zorgen dat er meer evidentie komt. Dit onderzoek ervaar ik wel als een opdracht.’ 

 

"Er is meer aandacht voor context-based care: ieder mens leeft immers in een context. Daar wordt steeds beter naar gekeken."

Hoe kijk je zelf naar slaap?

‘Slaap is voor mij persoonlijk steeds even teruggaan naar waar je vandaan gekomen bent, voordat je begon aan dit leven op aarde. In mijn praktijk zie ik vaak baby’s en daarover kan ik nog steeds verwonderd zijn. Waar kom jij vandaan, denk ik dan. Zeker bij de jongste kindjes is de verbinding met die oorsprong nog zo voelbaar. Je kunt natuurlijk zeggen: “Ik val in slaap en dan is mijn bewustzijn er niet. Dan is het tijd voor regeneratieprocessen in mijn lijf en mijn hersenen worden schoongespoeld. En daardoor word ik weer fris wakker.” Je kunt ook zeggen: mijn etherlichaam regenereert. Maar ik denk dat er meer gebeurt dan we kunnen meten en weten. Ik denk dat gedurende de slaap je wezen zich herbezint op je intenties, je doel of richting in dit leven. Als ik bijvoorbeeld aan het eind van een volle dag me realiseer dat ik me vooral door de waan van die dag heb laten leiden, gebeurt het me regelmatig dat ik ’s nachts gewaarword wat overdag is blijven liggen. Alsof er dan een antwoord komt. Dat antwoord verzin ik niet, want ik slaap. Waar komt dat antwoord dan vandaan?’

Welke ontwikkelingen zijn er gaande binnen de slaapwetenschap?

‘Als ik andere slaaponderzoeken bestudeer, lees ik dat persoonsgerichte zorg steeds belangrijker gevonden wordt en dat er meer aandacht komt voor context-based care: ieder mens heeft een context en daar wordt steeds meer naar gekeken. Vanuit antroposofisch oogpunt kan ik het dan gaan hebben over de levenskrachten van kinderen, het etherische. Wat ik niet in mijn onderzoek expliciet kwijt kan, is het geesteswetenschappelijke. In de reguliere wetenschap valt zoiets niet te meten, dus wordt het buiten beschouwing gelaten. De wetenschap weet nog veel niet. Ik denk ook dat er meer visies op zorg naast elkaar kunnen bestaan. De antroposofische aanpak is één aanpak die zou kunnen werken, maar er is natuurlijk meer waardevols te vinden. Een van de aanbevelingen die in andere slaaponderzoeken vaker geopperd wordt, is het opzetten van ervaringsgerichte groepen. Er is zoveel onderlinge wijsheid die patiënten kan verbinden en inspireren. In het geval van slaapproblemen bij jonge kinderen zouden ouders hun ouderschap kunnen gaan ervaren als minder eenzaam of ingewikkeld. Zij ervaren het slaapgedrag van hun kind als problematisch, terwijl dat ook kan voortkomen uit onzekerheid, groepsdruk via sociale media of het feit dat de moeder na drie maanden alweer moet gaan werken.’

Hoe gaan ouders dan om met hun rol?

‘Er zijn ouders die zeggen: “Ik wil gewoon dat mijn kind gaat slapen”. Begrijpelijk, want van een slecht slapend kind kun je zelf ook uitgeput raken. Er zijn ook ouders die zeggen: “Ik wil dat mijn kind gaat slapen, maar ik wil ook begrijpen wat hier gebeurt. Leer mij mijn kind kennen.” Je kunt immers ook op latere momenten ergens tegenaan lopen, bij het zindelijk worden bijvoorbeeld, of op het sociale vlak. Uiteindelijk is het zo dat niet ik een kindje beter laat slapen. Dat doen de ouders. Ik hoop dat we over dit ontwikkelings-gerichte perspectief straks nog wat meer kunnen zeggen.’

www.hsleiden.nl/antroposofische-gezondheidszorg/onderzoek/slaapproblemen/index

 

Verder lezen

Slaappatronen, Edmond Schoorel en Nicole Weerts, Christofoor (zie pag. 27)

Raising sound sleepers, Adam Blanning, Floris Books. Blanning is antroposofisch kinderarts in de VS en schreef dit gloednieuwe boek voor ouders. Ook interessant voor zorgprofessionals.

Stichwort Schlaf, Rudolf Steiner, Rudolf Steiner Verlag (een deeltje uit de reeks Spirituelle Perspektiven). Een compacte verzameling uitspraken van Steiner over slaap als spiritueel fenomeen.

Kinderarts Christoph Meinecke deelt zijn kennis over verschillende thema’s van het pasgeboren kind met ouders in korte videoclips. Ook slapen komt aan bod. De videoclips werden gemaakt in samenwerking met onze Duitse zustervereniging Gesundheit Aktiv. Duitstalig, ondertiteld in het Engels.

https://www.anthromedics.org/PRA-0547-EN

 

Meedoen met dit slaaponderzoek kan nog!

Is jouw kindje tussen 6 en 36 maanden oud en slaapt het niet goed? Meld je dan aan voor dit slaaponderzoek van Universiteit Leiden en de Leidse Hogeschool. De diagnostiek vindt plaats in Zeist bij het Kindertherapeuticum, eventuele therapieën kan je ook in eigen regio volgen. Het invullen van de vragenlijsten, de slaapapp bijhouden en je kindje gedurende een aantal dagen een kleine bewegingssensor laten dragen gebeurt thuis. De huisarts kan verwijzen en de basisverzekering vergoedt de meeste kosten.

Heb je nog vragen? Bel met Liesbeth Veldman, onderzoeksassistente: 06 - 8190 4362 of mail:  veldman.l@hsleiden.nl.

www.hsleiden.nl/antroposofische-gezondheidszorg/onderzoek/slaapproblemen/index

 

 

Nicole Weerts is kinderfysiotherapeute en promovenda aan Universiteit Leiden. Vanaf 1994 werkt ze in de antroposofische gezondheidszorg en is nog regelmatig verwonderd over de werkzaamheid. Haar onderzoek naar jonge kinderen met slaapproblemen loopt nog t/m 2024.

weerts.n@hsleiden.nl