Zorgen voor de aarde… Who cares?

Door Redactie - In: diversen - 20 april 2023

TEKST BART VANMECHELEN | ILLUSTRATIE ESTHER SEEPERS

De sappen stromen weer! Dat zie ik aan de bottende bomen. En de lentebloeiers brengen weer kleur in tuinen en bermen. Vroege vogels kwetteren en zingen het ochtendlicht tegemoet. Lentekriebels verdrijven prikkelend de voorjaarsmoeheid. Ik verlang naar levenslust en
initiatiefkracht en zoek deze in de ontluikende natuur.

Hoe zalig is het om de warmte van de zon te voelen op mijn gezicht na een frisse voorjaarsbui? Mijmerend in gedachten meedansen met de pasgeboren lammetjes die buitelen door de wei.

Hoe schoon en prachtig en wonderlijk ook – toch lukt het steeds minder om me vertrouwensvol over te geven aan dit lentegevoel. Ik maak me zorgen. De berichtgeving over wereldwijde veranderingen in het klimaat stemmen me somber - als een donkere wolk die aan de horizon dreigt.

Zorgen voor de aarde… Who cares?

Hoe kunnen we ons weren?

Een jarenlang sluimerend voorgevoel wordt tot helder inzicht: het klimaat is ziek. En net als bij het horen van een ernstige medische diagnose worstel ik innerlijk om dit te aanvaarden. Ik herken de gevoelens die hierbij opkomen in mezelf. Ineens is ook duidelijk wat we al jaren om ons heen zien als reactie op de symptomen. Ontkenning, onderhandeltactieken en kortetermijndenken, woede, depressie.

Al in 1969 beschreef de psychiater Elisabeth Kübler-Ross vijf strategieën die onze ziel kan inzetten om zich te weren bij ontwrichtende gebeurtenissen, om zich geleidelijk aan te passen. Zo kunnen we uiteindelijk aanvaarden en integreren wat onafwendbaar is. Pas dan kan een nieuw perspectief ontstaan op het verdere leven en kan zinvol handelen weer mogelijk worden vanuit een herwonnen evenwicht.

Kunnen we dit nieuwe perspectief echt verwachten bij zo’n allesomvattend vraagstuk en wanneer dan? Als de wetenschap onomstotelijke bewijzen heeft geleverd? De boze boeren uitgeraasd zijn? De nieuwe akkoorden zijn uit onderhandeld? De droefenis en het verdriet erkend, doorleefd en begrepen zijn? Hoe kunnen we merken dat we hier als mensengemeenschap doorheen komen? En hoe ziet zo’n collectieve aanvaarding er dan uit?

Herstellen & hervinden

Misschien durven we dan deemoedig te erkennen dat onze relatie met de aarde grondig is gewijzigd. Dat we ons niet alleen hebben geëmancipeerd, maar ons ook steeds verder hebben laten meeslepen. Dat we vervreemd zijn geraakt van onze afhankelijkheid van de aarde. Dat is een fundamenteel inzicht om terug te veroveren. De kunst wordt om deze innige verbinding te herstellen zonder nostalgisch terug te willen keren in de tijd. Kunnen we met onze huidige wetenschap en technologische ontwikkeling onze verantwoordelijkheid nemen voor de gevolgen van onze daden en de aarde weer zorgzaam omarmen? Voorbij de schaamte en het schuldgevoel kunnen we dan weer onze menselijke waardigheid hervinden vanuit het nederige besef dat we verbonden zijn met elkaar én met de aarde.

De antroposofie kan ons hierbij inspireren. Als geen ander heeft Rudolf Steiner onze huidige tijdgeest en ons bewustzijn beschreven. In verschillende voordrachten bracht hij inzichten naar voren over de gezamenlijke ontwikkeling van mens en aarde. Zo vertelde hij dat mensen vroeger in een heel andere bewustzijnstoestand de scheppende natuurkrachten nog vanzelfsprekend konden beleven. In oude verhalen en sprookjes vinden we levendige beschrijvingen over hoe natuurwezens de mensen inspireerden of soms voor uitdagingen stelden.

Subtiele levenskrachten

Maar naarmate we natuurkrachten leerden beheersen en gebruiken in onze technologische ideeënwereld zijn de natuurwezens uit het rijk der elementen in vergetelheid geraakt. We kennen hun namen niet meer en staan niet meer stil bij hun bestaan. We richten onze blik in biologie, fysica en scheikunde op de materiële resultaten van ontwikkelingsprocessen: alles moet zichtbaar en meetbaar zijn. Voor subtielere levenskrachten is geen plaats meer in de reguliere wetenschap. Dit soort natuurbelevingen wordt bewust buiten beschouwing gelaten. De weg naar het gezamenlijk kennen en beleven van de bezielde natuur gaat zo meer en meer verloren. Dat heeft ook invloed op hoe ik mijn menszijn beleef: in dit reductionistische wereldbeeld ervaar ik mezelf nauwelijks meer als creatieve geest. Tot ik kinderen onbevangen zie spelen in de natuur; dan merk ik hoe ze in het bouwen en fantasievol scheppen deze kwaliteiten en stemmingen nog volop nabootsend opnemen – met dank aan de werkzame elementenwezens.

Een nieuw venster

Zoals Rudolf Steiner de werkzaamheid van de elementenwezens beschrijft, opent hij opnieuw een venster naar een verdiepte waarneming van de natuur en van de aarde. De wortelwezens of gnomen schildert hij als de waarnemingskwaliteit waarmee de plant zijn wortels in de aarde stuurt en op de minerale voeding richt. De nimfen verbinden de plant met het waterelement: door het stromen van het sap kunnen zich omhoog groeiende stengels vormen en bladeren zich ontvouwen. De elfen helpen de plant zich te richten naar het licht en bij het ontstaan van de kleuren – in dit werk leven ze hun eigen zijnskwaliteiten uit. Doorheen de warmteprocessen, die tot vrucht- en zaadvorming leiden, werken de vuurgeesten. Wie zich hierin inleeft, verneemt hoe hun kwaliteiten zich hierin uitdrukken. Kan onze mensentaal dit werk in woorden vatten? Kunnen onze innerlijke ervaringen weer opleven? Rudolf Steiner heeft dit geprobeerd in een meditatieve mantra waarin de elementenwezens zich richten tot ons.

Als we deze meditatietekst innerlijk beluisteren kan ons waarnemingsvermogen gewekt worden voor de eigenheid van de elementenwezens. Ze spreken over hoe we als mens onze verbinding met het wezen van de aarde kunnen hervinden.

Zo kan ieder mens uit vrije wil in de meditatie vertrouwd worden met hoe de natuur tot hem spreekt over het eeuwenoude verbond van al wat leeft. Vanuit een hedendaags besef kunnen we een nieuwe verbinding aangaan met de aarde en verantwoordelijk en zorgzaam handelen in dienst van een gezamenlijke toekomst. Zo wordt de Paastijd zalig!

Bronnen

  • Rudolf Steiner | De mens als klankharmonie van het scheppende wereldwoord, voordrachten van 3 en 4 november 1923 | Pentagon
  • Elisabeth Kübler-Ross | Over rouw: de zin van de vijf stadia van rouwverwerking | Ambo

 

De gnomen:    

Je droomt jezelf

en vermijdt het ontwaken.

Ik hanteer de wortelwezenskracht -

zij schept mij mijn vormenlichaam.

 

De nimfen:      

Je denkt het werk van engelen

 en weet het niet.

Ik beweeg de water-groeikracht -

zij vormt voor mij de levensstof.

 

De elfen:          

Jou verlicht de scheppermacht,

je vermoedt het niet;

je voelt haar kracht

en leeft die niet.

 

Ik zuig de levenskracht van de lucht op -

zij vervult mij met zijnsmacht.

 

De vuurwezens:          

Godenwil geeft jou kracht,

je ontvangt hem niet;

je wilt met zijn kracht

en stoot hem van je af.

 

Ik verteer de vuur-streefkracht,

zij verlost mij in ziele-geestzijn.

 

Het gnomenkoor:        Streef ernaar te waken!

De nimfen:       Denk in de geest!

De elfen:           Leef scheppend het ademend bestaan!

Vuurwezens:   Ontvang in liefde godenwilskracht!

 

 

Natuurwezens of elementenwezens zijn begrippen uit de antroposofie. Ze duiden de werkzame krachten die processen in de natuur richten en hun samenhang beschrijven. We kunnen deze wezens niet met onze zintuigen of fysieke meetapparatuur waarnemen. We nemen bijvoorbeeld waar dat een plant zijn wortels in de aarde laat groeien en dat in de aarde de minerale voeding en het water aanwezig zijn die de plant nodig heeft om tot volle groei en wasdom te komen. Maar de wijsheid waarmee de plant “weet” dat hij die voeding onder de aarde moet “zoeken” kunnen we niet in de plant noch in de aarde vinden. Als we het hele proces, met alles wat we hierover kunnen waarnemen en via wetenschappelijk onderzoek kennen, in onze gedachten nabouwen, ontstaan beelden van de samenhang die zich tussen of achter de fysiek waarneembare wereld bevindt. De woorden om dit te beschrijven leven niet meer zo sterk in ons huidige taalgebruik. In vroegere tijden, toen ons bewustzijn nog niet uitsluitend op de fysiek waarneembare wereld gericht was, werden natuurwezens in poëtische beelden beschreven in sprookjes en verhalen. Je vindt ze bijvoorbeeld terug bij de gebroeders Grimm (IJzerhans, Het meisje zonder handen) en in Ierse volksverhalen. Gnomen, wortelwezens of kabouters zijn de wezens die tussen de plant en de mineralen in de aarde werken. Nimfen bemiddelen het waterelement in de plant en in de lucht rondom de plant. Elfen zijn lichtwezens die de plant verbinden met de lichtkrachten van de aarde en in de kosmos. De vuurgeesten werken in de warmteprocessen van vrucht- en zaadvorming. Door deze imaginatieve beelden weer bewust te gebruiken en ons er meditatief mee te verbinden, kunnen we ons weer bewust worden van een innerlijke beleving van deze wezens. Als we dit innerlijk kunnen beleven, kunnen we hun bijdrage waarderen en ons eigen handelen hierop afstemmen.

Verder lezen?

Tanis Helliwell  |  Een zomer met het kleine volkje  | ­Christofoor

 

STREAMER

De kunst wordt om onze innige verbinding met de aarde te herstellen

 

Bart Vanmechelen (1963) is directeur van heilpeda­gogisch dagverblijf De Speelhoeve in Boechout (B) en werkt voor de Anthroposophic ­Council for Inclusive Social Development, waar ­meditatie een belangrijke kern vormt bij het werken met ­zorgprofessionals en belangstellenden. In Ita vertelt Bart je over verschillende meditatie oefeningen omdat ze zo praktisch en helpend zijn. Je kunt ze altijd en overal doen! Wil je Bart iets vragen over antroposofische meditatie? Stuur hem een bericht via: hartedialoog@gmail.com.