Geborgen verzorger

Door Redactie - In: kraamzorg - 24 juni 2022

Tekst Simone Thomasse  |  Portret Maartje Geels


Deze zomer bestaat de bloeiende opleiding Natuurlijke Kraamzorg tien jaar. Founding Mother Maria Bom vertelt erover en blikt vooruit naar de toekomst – er gaat veel veranderen in de Nederlandse geboortezorg. Maar laten we beginnen met de mens achter het onberispelijke uniform, de gedegen opleiding en het zo diep gekoesterde antroposofische mensbeeld: ‘Ik heb gevonden waarvoor ik gekomen ben.’

Geborgen verzorger

Maria Bom werd in 1957 in Papendrecht als vijfde van negen kinderen geboren. Vader was fruitteler, hun huis lag midden in een afgelegen boomgaard. Maria: ‘Ik ben zwaar gereformeerd opgevoed, niveau ‘Knielen op een bed violen’. Alles hing af van de genade Gods en je had geen idee of je in die genade ging vallen. Hoogstwaarschijnlijk niet. Eigenlijk ben je al verloren op het moment dat je geboren bent want ‘een mens wordt in zonde geboren en in zonde zal hij heengaan’. Dat kan niet kloppen, dacht ik al heel jong. Het was moeilijk, maar mede dankzij de antroposofie is er een boel rechtgebreid.’

Griekenland

Maria kon goed leren en toch mocht ze ondanks het aandringen van de bovenmeester niet naar de hbs. Op de mulo verveelde ze zich oneindig, organiseerde liever een jeugdhonk in een kraakpand en uiteindelijk ging ze op haar zestiende al uit huis. ‘Ik was helemaal de weg kwijt, wilde van een brug springen en heb allerlei therapieën gedaan.’ De kentering komt als ze op haar twintigste in een commune in Limburg gaat wonen en werken. ‘Een rijk en vol leven. Ik volg een opleiding sociale dienstverlening en loop stage bij Humanitas. Al snel krijg ik het gevoel dat ik eerst veel meer over het leven moet weten voordat ik anderen kan helpen. Ik stop met de opleiding, lift door Europa en kom in Griekenland terecht. Ik leer Grieks en verdien de kost met Engelse les geven in Thessaloniki, een grote stad in het noorden. Ik raak bevriend met Afrikaanse studenten die ik daar ontmoet.’

Vanwege politieke omstandigheden wordt Maria gedwongen te vertrekken. Ze keert terug naar Nederland en gaat MO Engels studeren. ‘Voor de kerst komt een van de Afrikaanse vrienden uit Griekenland over. De vlam slaat in de pan. Hij is het en ik ben het en wij zijn het. Inmiddels ben ik 29. Mijn toekomstige man studeert nog medicijnen in Griekenland, dus hij pendelt heen en weer.’ Ze trouwen, Maria wordt zwanger en hun eerste dochter komt ter wereld. Haar man heen-en-weert nog twee jaar; zij is kostwinner en neemt een administratieve baan in de wereld van de anderstaligen. Leuk, maar het voelt niet als haar werkelijke bestemming.

Ndaya Madya

Dan vraagt iets heel anders al haar aandacht. ‘Als ik 31 ben, komt er nog een meisje dat niet levensvatbaar blijkt. Heel droevig natuurlijk, maar voor mij ook goed. Kijk, ik was zo’n vrouw die altijd aan het werk was en allemaal nieuwe dingen begon. Ndaya Madya, zo noemen we haar, zet mij op de bank naast de wieg waar niks gebeurt. Gewoon niks. Zij brengt mij bij het moederschap en ook bij het hele kleine, terwijl ik juist van de grote gebaren was.’ Ze weten dat Madya niet kan blijven leven en na vier maanden komt dat moment. ‘Waar is ze gebleven? Waarom gebeuren deze dingen? Voor mijn Afrikaanse man is het heel normaal om met zijn voorouders te spreken. In zijn wereld bestaat die scheiding van hier en daar niet en hij kan dat lijntje ook voor mij openen. Ik denk dat Madya bij mij gekomen is om mij op mijn weg te zetten.’

Vrijeschool

Er komen nog twee kinderen en ook een nieuwe oppas, die Maria de weg naar de vrijeschool wijst. ‘Ik ontmoet er zoveel warmte en mildheid én totaal nieuwe gedachtes. Ook oubolligheid, ja, ik vind er van alles van, maar wil erbij in de buurt zijn.’ Dan begint het thuis fout te lopen. Het middelste kind is erg druk en de juf kan hem niet houden in de kleuterklas. Maria schrikt: ‘Doe ik het niet goed? Tegelijk krijg ik een soort bevestiging, want het ís toch vaak ook een half gekkenhuis. Het brengt een groot proces in mij teweeg. Ik stop met werken en ga op kookcursussen; opvoeden wordt mijn nieuwe vak. Ik lees alles wat er te lezen valt over ontwikkeling vanuit de antroposofie. We gaan naar de Zonnehuizen, er komt speltherapie en ouderbegeleiding.’

Er is een binnen- en een buitenwereld en daarin moet je kunnen ademen

Eyeopeners

Haar man vindt die vrijeschool wel leuk, maar stapt nergens echt in. Hij raakt ernstig de weg kwijt, en uiteindelijk scheiden ze. ‘Dramatisch. Gelukkig hebben we het later goed kunnen afronden.’ Ondertussen zit Maria met haar gezin in de bijstand en draait alles alleen. ‘Gewoon doorademen, doorgaan en vertrouwen houden.’ Uiteindelijk is ze ver in de veertig tot ze vindt dat de jongste ook groot genoeg is om een werkleven te kunnen oppakken. Wat gaat ze doen, met alle kennis die ze verzameld heeft? ‘Want ik dacht: dit moet iedereen weten! Ritme en regelmaat belangrijk? Ik serveerde het vroeger af als ouderwets omdat het niet werd uitgelegd. Dankzij de antroposofie werd het volkomen duidelijk. O, daar word je dus gezónd van! Er is een binnen- en een buitenwereld en daarin moet je kunnen ademen. Wat er gebeurt moet je kunnen innemen en verteren en dan pas weer iets nieuws. Als het teveel is, heb je wel de gebeurtenissen, maar kun je ze niet ‘eigen’ maken. Het waren zulke eyeopeners voor me!’

Kraamverzorging

Nu wil het feit dat Maria’s oudste dochter al van jongs af aan verloskundige wilde worden en het ook wérd. Op een goede dag roept ze: ‘Mam, ik weet wat je moet doen. Word kraamverzorgster!’ Maria: ‘Huh? Wat doen die ook alweer? Ik kan me die kraamverzorgsters die bij ons waren amper herinneren, ook omdat ik zo eigenwijs ben natuurlijk. Toch onderzoek ik het idee en zie dat je de opleiding in een jaar lerend werken kan doen. Ik ben om en weet: ik word gewoon een antroposófisch kraamverzorgende. Wat is dat dan? vragen mensen om me heen. Dat weet ik ook niet, zeg ik, maar dat ga ik ontdekken. Ik heb gevonden waarvoor ik gekomen ben.’

Het kraambed is bij uitstek een plek waar mensen in aanraking komen met de geestelijke wereld. Want ja, waar komt dat kindje anders vandaan?

Warmtevoeding

‘Er is meestal volop ruimte om het over het spirituele te hebben terwijl we werken rond het kraambed. Je kunt gewoon uitleggen: je kind is als zielenwezen uit de onzichtbare wereld in de zichtbare wereld gekomen. Wat individueel van hem is, moet zich met het aardse lichaam dat hij van jullie kreeg gaan samenvoegen. De vraag is hoe we ervoor kunnen zorgen dat dat proces zo goed mogelijk verloopt. Bijvoorbeeld door het kindje borstvoeding te geven, zodat z’n buikje zich nog niet met de aarde uiteen hoeft te zetten, want dat moet z’n hoofd al. Alles wat er op hem afkomt… die zintuigen kunnen immers niet uit. Dus als jij als moeder nou nog even dat aardse gedoe voor hem verteert en omzet in warmtevoeding die hij zo bij jou kan drinken, dan kan dat onderste allemaal rustig blijven en kan ie er een half jaartje voor nemen om goed aan te komen, letterlijk en figuurlijk. En dán, als er behoefte is aan een nieuwe uitdaging, beginnen we eens aan een worteltje. Kinderen moeten zich aan hun eigen lijfje kunnen hechten; lichaam en ziel moeten samenvoegen.’

Éen pot geld

‘Ik vrees dat het hier zo gaat worden als in België en Duitsland: je blijft als moeder enkele dagen in het ziekenhuis, een kraamsuite of kraamhotel. Het worden een soort verplaatste thuisbevallingen met een eigen kamer, je partner is daar en er zijn zusters die in ploegendienst werken. Wat oproept dat mensen die geld hebben een postpartum doula inkopen en kraamzorg thuis voor de elite wordt. Dat wil je natuurlijk niet: kraamzorg is voor álle kinderen en hun ouders goed! Ik vermoed dat we gelijkgesteld gaan worden aan de rest van Europa. Integrale bekostiging betekent dat er één pot geld is voor een zwangere en die pot wordt aan het ziekenhuis gegeven, die samenwerkt met verloskundigen en kraamzorgorganisaties. Maar het ziekenhuis heeft er natuurlijk het meest over te zeggen: daar wordt de pot beheerd. We zien ervan komen dat wij onderaan bungelen en drie-uurs-zorg op die kamertjes moeten gaan geven. Natuurlijk kun je ook daar mensen vertellen over tastzin, omhulling en warmtezorg, maar het is tóch anders. Je mist de veilige setting van thuis voor die innige, intieme dingen. Wat niet vergeten mag worden is dat kraamverzorgers preventief werk doen! We zorgen voor baby’tjes en moeders zodat het niet medisch hóeft te worden. Als deze gedachte postvat, gaat het er heel anders uitzien.’

‘De kraamzorg verdwijnt misschien, maar de babyverzorging blijft. Dus moeten we de samenwerking blijven zoeken met verloskundigen, consultatiebureaus en met de kinderopvang – met iedereen die bezig is met het jonge kind. Die eerste week is best cruciaal, maar laten we niet vergeten dat liefdevol ouderschap, ritme en regelmaat en gezond-makend vrijeschoolonderwijs hier ook bij horen.

Samen met ouders en opvoeders moeten we borgen dat kinderen zich goed kunnen ontwikkelen en hun lichamelijkheid gezond kunnen opbouwen.’


10 jaar opleiding Natuurlijke Kraamzorg!

In 2012 ging de opleiding Natuurlijke Kraamzorg van start. Initiatief van Maria Bom, gerealiseerd in samenwerking met onder anderen verpleegkundige Edith Minnaar, kinderarts Edmond Schoorel en een groep kraamverzorgenden uit Amsterdam onder wie Cora Bakker. In de Natuurlijke Kraamzorg worden extra vaardigheden ingezet om een zo behaaglijk mogelijk begin van het nieuwe gezinsleven te creëren: warmtezorg, prikkelreductie, goede voeding – fijntjes en persoonlijk afgestemd. Wollen kleertjes, een mutsje, bijzondere aandacht voor de borstvoeding, rust en omhulling bieden de veiligheid waarbinnen het proces van moeder en kind-worden kan gaan gedijen.

De opleiding kan gevolgd worden als verdieping na de reguliere kraamzorgopleiding, duurt één jaar en vindt plaats in Zeist (één dag per maand). Afgestudeerden zijn enthousiast en er is voor hen werk in overvloed. Inmiddels worden ook docenten Natuurlijke Kraamzorg opgeleid. | natuurlijkekraamzorg.eu


Wat is de waarde van Natuurlijke Kraamzorg?

Dit voorjaar heeft de Leidse Hogeschool een tevredenheidsonderzoek afgerond onder ouders die Natuurlijke Kraamzorg kregen. Ook werd onderzocht hoe het kraamverzorgenden bevalt om op deze specifieke manier te werken. Hoeveel doe je concreet met je verdiepende kennis van warmtezorg en prikkelreductie? Blijven ouders toepassen wat je ze leert? Maria Bom: ‘Ik mag wel verklappen dat we beloond zijn met boven verwachting positieve antwoorden.’ Begin juli worden de uitkomsten van dit onderzoek hier officieel gepresenteerd en gepubliceerd 


Heeft Natuurlijke Kraamzorg toekomst? 

Maria Bom: ‘De vraag naar Natuurlijke Kraamzorg is enorm. Steeds meer mensen gaan op zoek naar antwoorden want om ons heen is niet meer een gemeenschap die wel weet hoe het moet. Als jonge ouder word je volkomen op jezelf teruggeworpen. Het kraambed is bij uitstek een plek waar mensen in aanraking komen met de geestelijke wereld. Want ja, waar komt dat kind anders vandaan? Als iemand jou iets over die wereld vertellen kan op een manier die met je denken te volgen is, kan dat je een anker geven. Aan ons de uitdaging om het zo te doen dat mensen ermee uit de voeten kunnen.’ | natuurlijkekraamzorg.eu/informatie-voor-ouders