Spelend(er)wijs

Door Redactie - In: column, opvoeden - 19 augustus 2017

Column I Marjolein Doesburg-van Kleffens, specialist laboratoriumgeneeskunde en bestuurslid van Antroposana

Deze column is een bewerkte versie van het gelijknamige hoofdstuk in het boek ‘Eigen koning worden. Zoektocht naar de alchemie van alledag’. Marjolein Doesburg 2016. MultiLibris.

Spelend(er)wijs

Als ‘s avonds het ‘stof van de dag’ is neergedaald en ik eens rustig onze woonkamer zit te bekijken, zie ik twee enorme bouwwerken: een houten kasteel, aangekleed met meubilair uit het poppenhuis en bewoond door Playmobilmensen en een imposant gebouw gemaakt van Kaplablokjes, op dezelfde manier bewoonbaar gemaakt door de kinderen, met alles wat voorhanden is. De kinderen hebben er al minstens twee dagen intensief mee gespeeld. Eerst was er de opbouwfase, compleet met onderhandelingen -en de nodige ruzies - over de te gebruiken materialen.  Vervolgens werden er urenlange voorstellingen gespeeld waarnaar ik af en toe stiekem luisterde en waarbij ik allerlei taferelen uit ons dagelijkse leven voorbij hoorde komen.

Wat een ongelofelijke speelenergie hebben die kinderen. Heerlijk! We houden ons huis graag een beetje overzichtelijk, normaliter wordt er aan het eind van de dag even samen opgeruimd. Maar dit soort grote bouwwerken mogen langer blijven staan. Als stille getuigen van de dynamiek die er overdag heeft geheerst, eentje die los staat van enig tijdsbesef en die node wordt onderbroken door een plaspauze of een foerageerstop. Toch kan het spel ook zomaar afgelopen zijn, bijvoorbeeld wanneer één van de spelers opeens naar buiten wil.

Soms verlang ik terug naar de tijd dat ik ook zo opging in mijn spel. Zonder na te denken ergens mee bezig zijn. Wanneer ben ik er mee gestopt? Ik kan het me niet goed meer herinneren. Want ja, ik ben er mee gestopt. Er zijn vrijwel geen momenten meer dat ik me niet bewust ben van de tijd en ik volledig opga in mijn bezigheden. Uitzondering is de nacht en erg om toe te geven: ook wel als ik met internet bezig ben! In deze ‘toestanden’ heb ik niet meer bewust de touwtjes in handen: tijdens de slaap al helemaal niet.

Hoe belangrijk zijn dat soort ‘out of control’ momenten eigenlijk? Als ik iets met lego zou bouwen bijvoorbeeld, ervaar ik dat als tijdsverkwisting, terwijl ik dat totaal niet voel als ik de kinderen zo zie spelen. Wat gebeurt er eigenlijk tijdens het spelen? Ik ben geen specialist op dat gebied. Als leek en als ouder zie ik veel gebeuren tijdens het spel. Het meest fascinerende is misschien wel dat er enerzijds wordt gespeeld vanuit een individuele interesse, het enthousiasme. Anderzijds wordt er een stukje, het tijdsbesef, losgelaten. Is het door dit ‘kiertje in de gordijnen’ dat er iets naar binnen kan komen wat op een andere manier niet, of moeilijk, tot ons komt? Iets moois waar kinderen vaak makkelijker toegang toe hebben?