‘Ik heb het gevoel dat ik in een open en eerlijk contact sta met mijn donor’

Door Redactie - In: diversen - 22 februari 2017

Tekst I Petra Essink   Fotografie I Heidi Arts


Stroom geeft het woord aan Mieke Pape (47). Na aanvankelijk sterke twijfels, besloot Mieke, die leed aan een erfelijke longziekte, tien jaar geleden de donorlongen die haar werden aangeboden te accepteren. Dit is haar verhaal. 

‘Ik heb het gevoel dat ik in een open en eerlijk contact sta met mijn donor’

‘Als ik over mijn longtransplantatie wil vertellen, moet ik teruggaan naar het begin van mijn leven. Daarin zijn twee dingen bepalend geweest. Het ene is het overlijden van mijn moeder aan de longziekte pulmonale hypertensie, een zeldzame ziekte waarbij de slagaderen van je longen langzaam dichtgewoekerd raken. Ik was drie toen dat gebeurde. Het andere is dat ik van jongs af aan de droom heb gekoesterd om moeder te worden van een groot gezin. Tot mijn dertigste leek alles volgens plan te verlopen: ik ontmoette mijn man, raakte zwanger en onze zoon werd geboren. Alles veranderde toen ik een half jaar na zijn geboorte zelf de diagnose pulmonale hypertensie kreeg. De eerste gedachte die mijn wereld deed instorten was: ‘Ik kan dus nooit meer een kind krijgen’. Enige hoop gaf een nieuwe therapie met sterke vaatverwijders, die acht jaar lang via een infuus dat ik altijd bij mij droeg in mijn bloed werden gepompt. Met hulp van die medicatie kon ik, ondanks de vele bijwerkingen, toch mijn leven leiden en moeder zijn voor mijn kind. In die tijd kwam ik via de inslaapproblemen van mijn zoontje in aanraking met de klassieke homeopathie. De homeopathische middelen werkten heel goed. Dat intrigeerde mij. Mijn gezondheidstoestand liet het niet toe dat ik verder kon werken en ik besloot het resterende deel van mijn leven mijn interesses te volgen: ik ging de opleiding tot klassiek homeopaat volgen. Het herhaaldelijke aandringen van de longarts om me te laten screenen voor een longtransplantatie negeerde ik. Een orgaan van iemand anders dragen kwam me voor als iets wat je gewoon niet doet. Ook mijn studiegenoten en docenten op de homeopathieopleiding raadden het mij af. Het moment dat ik tijdens een vakantie op Terschelling bovenop een duintop voor het eerst bloed spuugde, en ik besefte dat mijn levenseinde naderde, brak ik. Het verlangen en de noodzaak die ik voelde om bij mijn kind te zijn, waren heel sterk: waarom zou ik deze kans afslaan?

Op een fysiek en psychisch dieptepunt in het ziekenhuis in 2008 kwam er op een middag een arts langs met de mededeling dat er geschikte longen voor mij waren. Een onvoorstelbaar bericht! Hoewel ik mij intussen had ingelezen in de spirituele aspecten van orgaantransplantaties, waardoor ik mij ervan bewust was dat een orgaantransplantatie mogelijk een belemmering zou kunnen zijn voor de ziel van de donor was de gedachte dat ik dit geschenk niet kon en mocht afslaan allesoverheersend. Ik besefte dat deze donor bewust een keuze had gemaakt om zijn longen af te staan, en dat daarom het enige wat ik kon doen was daar enorm dankbaar voor te zijn. Daarna ging alles heel snel. De volgende dag werd ik geopereerd, alles verliep voorspoedig en binnen drie weken mocht ik naar huis. Het was en is nog steeds ongelooflijk hoeveel adem en energie deze nieuwe longen mij gaven en nog steeds geven! Ik ben nog nooit zo gezond geweest. Kort na de implantatie heb ik, via het ziekenhuis, een kaart geschreven aan de nabestaanden van de donor waarop ik mijn enorme dankbaarheid toon. Helaas heb ik niets van hen teruggehoord. Ik had graag willen weten wie mijn donor is.

Hoewel ik niet weet wiens longen ik draag, heb ik innerlijk een duidelijk beeld van de donor: het is een jonge man. Ik heb een sterk gevoel dat hij het beste met mij voor heeft. Ik heb het gevoel dat ik in een open en eerlijk contact sta met mijn donor. Ik wil ook graag weten hoe deze persoon zich in mij voelt. De gesprekken die ik dagelijks met hem voer over het welzijn van ‘onze longen’ zijn vanzelfsprekend geworden. Ik doe alles wat ik kan om mijn gezondheid en die van mijn nieuwe longen te ondersteunen. Ik sport en ik gebruik homeopathische middelen. Zoals iedere getransplanteerde slik ik daarnaast zogenaamde immuno-suppressoren, om afstoting van deze nieuwe organen te verhinderen. Het liefst zou ik willen proberen om het zonder deze medicatie te doen, ik heb het gevoel dat dat zou kunnen, maar durf het nog niet aan. Mijn zoon is recentelijk zeventien jaar geworden, hij is net het huis uit. Ik ben ongelooflijk trots op hem en ontzettend blij dat mijn man en ik hem samen hebben kunnen opvoeden.’