´Verschonen doe ik met lauwwarm water, in plaats van koude lotiondoekjes´

Door Redactie - In: geboorte - 11 oktober 2016

Stroom geeft het woord aan... Maria Bom (1957). Bom is antroposofisch kraamverzorgster en geeft les aan de Opleiding Natuurlijke Kraamzorg, die zij vier jaar geleden mede heeft opgericht.

´Verschonen doe ik met lauwwarm water, in plaats van koude lotiondoekjes´

Tekst: Hester Anschütz Fotografie: Martin Muskee


‘Ik ben al veertien jaar kraamverzorgster. Toen mijn jongste kind tien jaar was, heb ik mij omgeschoold van secretaresse naar kraamverzorgster. Via de vrijeschool van mijn kinderen kwam ik in aanraking met antroposofie. Dat inspireerde mijn werk binnen de reguliere kraamzorg; ik ontwikkelde zo mijn eigen aanpak. Het besef dat ieder nieuwgeboren kindje een bewuste keuze voor deze moeder en deze vader heeft gemaakt, klinkt door in mijn handelen. Ouders voor wie ik kraamzorg verzorg, hoeven mijn overtuiging niet te delen, om toch mijn zorg als waardevol ervaren. Van kraamvrouwen kreeg ik destijds positieve reacties, ze waren blij verrast dat ze bij mij naast vakkundige begeleiding ook een grondhouding ontmoetten, waarin ze vertrouwen en warmte ervoeren.

Elf jaar geleden ben ik voor mezelf begonnen. Ik ga uit van het welzijn van het kind en probeer deze blikrichting bij de ouders bewust te maken. Als ouders vanuit hun baby leren kijken, wordt het gemakkelijker om hem te geven wat hij nodig heeft en huilt een baby bijvoorbeeld minder. Extra aandacht voor warmtezorg, prikkelreductie en de verzorging met natuurlijke middelen zijn vaste elementen van mijn kraamzorg. Naast mijn eigen praktijk startte ik met workshops over babyverzorging, met daarin aandacht voor het belang van warmte. Vier jaar geleden lukte het de Opleiding Natuurlijke Kraamzorg te starten, waar kraamverzorgsters na hun reguliere opleiding een specialisatie kunnen doen. Nu werk ik maandelijks gemiddeld nog maar bij één gezin als kraamverzorgster, ik heb mijn handen vol aan de organisatie en lessen van de opleiding.

Het specifiek antroposofische van het werk komt tot uitdrukking in praktische handelingen, zoals het verschonen. Dat doe ik met lauwwarm water in plaats van met koude lotiondoekjes, zodat ik de warmte van de baby verzorg. Een kind dat niet helemaal goed warm is, is minder ontspannen, en dan heb je meer kans op spugen, op buikkrampen en op een onrustige baby.
Naast warmte heb ik veel aandacht voor ‘omhulling’. Deze wordt voor de baby enerzijds verzorgd door bijvoorbeeld kleding van natuurlijke materialen en doeken. Ik doe een trappelzakje aan voor het slapengaan, waardoor een kindje zijn eigen beentjes en begrenzing kan voelen. Anderzijds gaat het bij omhulling om de omgeving, zoals rust rondom de wieg, en om hoe de mensen om hem heen zich gedragen. Zo praat ik bij de baby niet over ‘het nieuws’ bijvoorbeeld. Als een baby te weinig omhuld wordt, vindt hij moeilijk rust in zichzelf en slaapt hij moeilijker in. Door omhulling en warmte geeft je een baby de kans zich zowel aan zijn eigen nieuwe lichamelijkheid als aan zijn ouders te binden.
De kern van natuurlijke kraamzorg is persoonlijke aandacht. Ik zie moeder en kind als individuen en pas mijn zorg op hen aan. Dankzij de natuurlijke materialen en eerbiedige verzorging kan de tastzin zich optimaal ontwikkelen. Daarmee geef je het kindje houvast, en help je het om hier op aarde aan te komen.’

Natuurlijke kraamzorg is gebaseerd op het antroposofisch mensbeeld en is op het moment zeer in trek, zowel bij aankomende ouders als bij kraamverzorgsters. Drie groepen kraamverzorgsters in opleiding starten in september met de opleiding Natuurlijke Kraamzorg.