Nep of echt?

Door Redactie - In: column, diversen - 11 oktober 2016

Column- door Peter Staal. Peter Staal is antroposofisch huisarts

Nep of echt?

In de tijd dat ik studeerde was het ongepast om je met alternatieve geneeskunde bezig te houden. Toch was men na de studentenrevolutie op universiteiten wel wat gewend, een student die een doctoraalscriptie over antroposofische geneesmiddelen wilde maken kon er ook nog wel bij. Ook al was de werking van alternatieve therapieën, zo wist men zeker, gewoon te danken aan het placebo-effect. Placebo betekent: je nept de patiënt. Die denkt dat hij een geneesmiddel krijgt en alleen al door die gedachte gaat het beter.
Het eerste boek dat ik voor mijn doctoraalscriptie las was een boek over geneesmiddelenonderzoek. Daarin werd het placebo-effect behandeld (Kienle: Artzneimittelsicherheid und Gesellschaft).
Nu is het placebo-effect een lastig probleem, maar wel te snappen, immers: we weten allemaal dat ziekte niet iets op zichzelf staands is, maar dat de ziektebeleving bepaalt hoe ziek iemand is. Als je heel ziek bent, en je hoort ineens dat er iets belangrijks gebeurd is, kun je je toch even inspannen. Als je pijn hebt maar je hebt iets te doen waarvoor je je moet concentreren, ervaar je toch ineens minder pijn.
Collega’s die mij indertijd uitmaakten voor iemand die alleen maar met placebo-effect werkte, antwoordde ik steevast dat zij dat dan ook maar moesten doen, dan hadden ze voor hetzelfde effect minder chemisch gefabriceerde middelen nodig. Uit onderzoeken blijkt echter dat de antroposofische geneeskunde minstens zo goed is als reguliere zorg bij bepaalde aandoeningen (Josien Bensing in Medisch Contact 2006) en in ieder geval goedkoper.

Hoe verklaar je dan het placebo-effect? Die vraag heeft me wel beziggehouden.
Er zijn auteurs die menen dat het placebo-effect helemaal niet bestaat, maar opgeroepen wordt door de manier van onderzoek. Hoe ‘blinder’ je onderzoekt, hoe meer nepreacties je krijgt. Omgekeerd blijkt dat als patiënten veel vertrouwen in de voorschrijvend arts hebben het gemeten effect van het geneesmiddel ook beter is. Dit effect is er ook zonder dat vertrouwen, maar het werkt beter met dat vertrouwen. Dat is de reden waarom je eigenlijk niet van placebo-effect, maar van vertrouwens-effect zou moeten speken. Ook daar is onderzoek naar gedaan. Het blijkt dat communicatieve vaardigheden en vertrouwen dat de arts en de patiënt aan elkaar schenken concreet helend werken.  Met andere woorden: als ik als arts mijn best doe en de patiënt heeft daarin vertrouwen, dan heeft dat een concreet helend effect op zijn aandoening. Er is helaas niet zo veel onderzoek gedaan naar de werkzaamheid van antroposofische geneesmiddelen, maar de onderzoeken die er liggen geven mij veel vertrouwen in onze methodes en middelen. Zo is het cirkeltje rond en wat mij betreft het placebo-effect wel behoorlijk gerelativeerd.
De antroposofische geneeskunde is minstens zo goed als reguliere zorg bij bepaalde aandoeningen (Ipcoss, onderzoek van Hamre et al. 2010)  en in ieder geval minder prijzig (Baars en Koreman, hogeschool Leiden 2014).  Deze duurzame geneeskunde maakt gebruik van relatief goedkope technieken: gesprek, kennis, vertrouwen en een goed product uit de apotheek van de natuur. Daarbij is niets nep.