Over mazelen en andere uitdagingen

Door Redactie - In: geboorte, opvoeden, therapie - 21 november 2013

Tekst I Petra Essink    Foto I Heidi Arts


Alleen als u ouder bent dan veertig jaar herinnert u zich misschien het koortsige ziekbed waarin u als kind de ziekte mazelen doormaakte. Misschien weet u nog hoe akelig, gloeiend en zweterig u zich voelde en hoe indringende ijldromen met u op de loop gingen in die dagen. De meeste moeders uit die tijd, die intussen allemaal de zestig ruim gepasseerd zijn, hadden van hún moeders geleerd hoe ze die flink zieke, rood gespikkelde kinderen moesten verzorgen. Veel drinken en rusten, dan ging het vanzelf voorbij. De mazelen hoorden er bij, als een onontkoombaar natuurverschijnsel.

Hoe anders is dat in 2013! Stroom spreekt met Thomas Kelling, antroposofisch huisarts in Amsterdam, over de vrijwel verdwenen ziekte mazelen, over de sterk veranderende verhouding tot en omgang met ziekte en gezondheid in een sterk veranderende cultuur. En over het ongemakkelijke dilemma waarvoor bewuste en kritische ouders zich geplaatst zien: inenten ja of nee? En zo ja, wanneer?

Over mazelen en andere uitdagingen

De onderwerpen mazelen en vaccineren waren ‘hot’ in de media van de afgelopen maanden. Er lijkt een groeiende polarisatie te ontstaan tussen enerzijds de meerderheid van de mensen, inclusief de medische wereld en de overheid, die het niet (of met vertraging) vaccineren gevaarlijk en onverantwoordelijk vindt, en een kleine minderheid van gelovigen uit de ´bible belt’ samen met sympathisanten van de Nederlandse Vereniging Kritisch Prikken anderzijds die vraagtekens zet bij het vaccinatieprogramma van de overheid. De antroposofen worden vaak genoemd als behorende bij deze laatste groep. Mijn vraag aan u: hoe en waar staat de antroposofische geneeskunde volgens u in dit vraagstuk?

Kelling: ‘Als antroposofisch arts denk ik niet in vóór of tégen vaccineren, maar kijk ik altijd naar het individuele kind. Omdat ik altijd van het individuele uitga denk ik dat de antroposofische geneeskunde bij uitstek geschikt is om een middenpositie in te nemen in het vaccinatievraagstuk.’

Kunt u daar iets meer over zeggen? Wat adviseert u ouders bijvoorbeeld?

‘Ik zie het niet als mijn taak om mensen te vertellen wat zij moeten doen. Ouders in deze tijd hebben gelukkig nog steeds de vrijheid en mogelijkheden zich te laten informeren over de voors en tegens van vaccineren. Maar omdat de materie niet eenvoudig is en de zaak veel kanten heeft geef ik vooral veel informatie. Kinderen die op een of andere wijze een verzwakte constitutie hebben, bijvoorbeeld omdat ze epileptisch zijn of een aangeboren hartafwijking hebben, zal ik altijd aanraden het normale vaccinatieprogramma te volgen. Voor deze kinderen kan de hoge koorts die bij mazelen hoort teveel zijn.’

De antroposofische geneeskunde schrijft een positieve, gezondmakende betekenis toe aan het doormaken van de zogenaamde ‘koortsende ziektes’. Kunt u uitleggen hoe dat werkt?

‘Vanuit de antroposofische geneeskunde bekeken komen ziektes nooit zomaar vanzelf op je pad. Fysieke en andere ‘ongemakken’ komen langs om iets van te leren. Anders gezegd: elke ziekte heeft iets karmisch. In antroposofische termen uitgelegd kun je zeggen dat een koortsende ziekte, zoals de mazelen, zorgt voor een omvorming van het zogenaamde etherlichaam, op een dusdanige wijze dat het Ik of de hogere identiteit van het kind zich er beter mee kan verbinden. Met het doormaken van koorts kom je daarom steviger en vaster in jezelf en dus op aarde te staan. Ouders van kinderen die de mazelen hebben doorgemaakt kunnen dit soms aan hun kind waarnemen.’

Betekent dit dat als ik mijn kind door middel van vaccinaties bescherm, ik het tegelijkertijd ontwikkelingskansen ontneem?

‘Als antroposofisch arts ga ik er vanuit dat er altijd meerdere wegen naar Rome leiden.

Als het ‘verstevigen’ niet meer via koorts kan plaatsvinden, zoals dat in onze tijd het geval is, zijn er altijd nog mogelijkheden om bijvoorbeeld op het pedagogische vlak zaken recht te breien. Ik denk dan vooral aan het bewegingsonderwijs. Bijvoorbeeld door het oefenen van de motoriek en de coördinatie, zeg maar gewoon gezond leeftijdsadequaat spel. Euritmie kan voor dit doel ook veel goeds betekenen voor kinderen.

Vanuit de realiteit van mijn praktijk in Amsterdam kan ik zeggen dat de klassieke koortsende kinderziektes vrijwel zijn verdwenen, ik kom ze amper nog tegen. Daarnaast zie ik dat ouders daarmee ook vergeten zijn hoe ze zieke kinderen moeten verzorgen. In de weinige gevallen dat ik ermee te maken krijg is het nu, vanwege dat uitgedoofde instinct, mijn taak geworden om te vertellen hoe deze kinderen verzorgd moeten worden. Van belang is: het kind moet goed uitzieken. Dat kost tijd, rust en aandacht. Citroensokjes kunnen helpen de warmtestuwing naar het hoofd te verminderen. Regelmatig drinken en even geen beeldschermen. En als de koorts voorbij is nog een paar dagen aansterken voor het kind het gewone leventje weer oppakt.’

Wat is een goede leeftijd om te beginnen met vaccineren?

‘Wat het juiste tijdstip is om te beginnen met het geven van de inentingen is, alle voors, tegens en risico’s afwegende, wederom een individuele zaak van het kind en de ouders.

Ziekten als de bof, mazelen en rode hond hebben op volwassen leeftijd een veel heftiger verloop met meer kans op complicaties. Daarnaast zijn er de bekende risico’s voor jonge mannen die de bof krijgen en zwangere vrouwen die rode hond doormaken. Daarom raad ik aan om in ieder geval te vaccineren voor aanvang van de puberteit.

Kinderen worden geboren met de beschermende immuniteit van de moeder. Borstgevoede kinderen krijgen met de moedermelk nog een tijd wat extra bescherming. Na twee maanden is die gegeven beginimmuniteit grotendeels verdwenen en moet het kind aan de slag met het opbouwen van een eigen immuunsysteem. Dat is de reden dat in Nederland het huidige vaccinatieprogramma met twee maanden start, op dat moment zitten kinderen als het ware op een dieptepunt van hun immuniteit. Zo’n prik met verzwakte ziektekiemen is, zacht gezegd, een stevige prikkel voor een kind. Het lichaam wordt op een dwingende en ingrijpende, maar in zekere zin ook effectieve manier aangezet om iets te ontwikkelen. Dat kost energie.

Sommige ouders kiezen voor het later opstarten van het vaccinatieprogramma. Het immuunsysteem krijgt dan in dat eerste jaar of in die eerste jaren de kans zich op zijn eigen en unieke wijze te ontwikkelen. Op die manier kan het kind een meer persoonlijke weerstand opbouwen. Daarnaast kan het kind de beschikbare energie in de eerste levensjaren ongestoord gebruiken voor alle andere belangrijke dingen die geleerd moeten worden om een lichaam te ontwikkelen waarin het zich maximaal thuis voelt. Zoals: omrollen, kruipen, lopen en spreken. Kortom: spelen. Daar valt veel voor te zeggen. Het risico dat bij deze beslissing hoort moeten ouders zelf zorgvuldig afwegen. In veel gevallen moet ik ouders extra informeren over de soms ernstige complicaties die deze ziektes kunnen hebben. En dat kan moeilijk zijn om tot je door te laten dringen zo kort na de bevalling en kraamperiode.

De inentingen die kinderen in deze tijd op jonge leeftijd krijgen staan niet op zichzelf. Ze horen bij de overprikkelende en bewegingloze cultuur waarin kinderen opgroeien. Daarbij horen ook een voedingskwaliteit die vaak te wensen over laat, de beeldschermcultuur en de drukke agenda’s waar veel jonge kinderen al mee ‘opgezadeld’ worden. In al die zaken kun je pedagogische keuzes maken. Kleine kinderen gedijen en groeien het best in een eenvoudige, omhullende en beschermende omgeving. Onbespoten voeding, goede kleding, passend leeftijdsadequaat speelgoed en voldoende rust horen daarbij.

Helemaal onttrekken aan het rumoer van deze wereld kun je kinderen niet. De vroege vaccinaties kun je misschien vergelijken met het te vroeg geven van het fruithapje, dat niet onoverkomelijk is maar wel moeilijk te verteren.’

Ik ben benieuwd naar uw ‘risicoafweging’ bij mazelen.

‘Anders dan in de tropen is mazelen in onze westerse wereld een ernstige, maar geen dodelijke ziekte. Toch vind ik de recente ophef over de mazelenuitbraak begrijpelijk, omdat het percentage van 1 op de 1000 mensen die een ernstige, maar zelden dodelijke complicatie overhouden aan de ziekte best hoog is. Helemaal niet vaccineren raad ik af.’

In het Haarlems Dagblad van 10 september 2013 wijst de bekende arts Hans Moolenburgh op de samenhang tussen het op jonge leeftijd vaccineren en de explosie van chronische aandoeningen bij kinderen zoals ADHD, autisme, astma, allergieën. Hoe kijkt u hier tegenaan?

‘Ik geloof niet dat er direct een eenduidig verband bestaat tussen ADHD en vaccineren. Het ligt in mijn ogen complexer. ADHD is mijns inziens meer een cultuurziekte. Ik noemde de vele overbelastende factoren waar kinderen mee te maken krijgen. In een onderzoek uit 2001 in The Lancet werd aangetoond dat een antroposofische lifestyle minder kans op een atopische (allergische) aandoening zou geven. In het onderzoek werden verschillende lifestyle-variabelen onderzocht. Minder vaccineren is daar slechts één van.

De wereld, de maatschappij, onze cultuur is de afgelopen decennia ingrijpend veranderd.  De afgelopen tijd had ik één geval van mazelen in mijn Amsterdamse praktijk. Dat wilden ze in het ziekenhuis niet geloven. De ervaren kinderarts had dat nog nooit gezien. Kennis over ziektekiemen en virussen en de effectieve behandelingsmogelijkheden ervan zijn enorm toegenomen. Net zoals de angst ervoor. Met die angst hebben wij, artsen èn cliënten, te maken. Wij moeten daar mee leren omgaan. En ons niet gek laten maken. Als antroposofisch arts ga ik ervan uit dat de aarde en de mensheid die daarop woont zich willen ontwikkelen, sterker willen worden. Als dat niet meer kan via koortsende ziekten, zullen er andere, misschien zelfs zwaardere, uitdagingen op ons pad komen. Op dit moment kampen we, veel meer dan in de tijd vóór de vaccinaties, met omgevingsgerelateerde ziektes zoals allergieën, astma en verstopping. Wij zijn onze cultuur sterk aan het veranderen, de bijbehorende ziektes en wie weet volledig andere uitdagingen op diverse levensgebieden zullen zich vanzelf laten zien.’