Het hart als woning voor het ik

Door Redactie - In: diversen - 11 november 2012

Tekst I Aad Meijer   Foto I Heidi Arts


Jaap van der Wal, tot voor kort docent anatomie en embryologie aan de Universiteit van Maastricht, was een paar dagen in Utrecht om les te geven aan artsen, verpleegkundigen en fysiotherapeuten. Tussen het onderwijs door had hij even tijd voor een gesprek. Over zijn vakgebied de embryologie en over het hart, waarover hij op het Herfstcongres op 23 november 2012 in Amsterdam een lezing zal geven.* Van der Wal geeft Stroom alvast een voorproefje    

Het hart  als woning voor het ik

‘Ik gaf jarenlang colleges over het menselijk lichaam. Dan vertelde ik hoe men over het lichaam dacht in de tijd van vroeger tot nu. Ik sloot graag af met de befaamde Nederlandse anatoom Louis Bolk. Hij ontdekte dat de menselijke ontwikkeling traag verloopt ten opzichte van die van dieren. De mens wordt in een veel later stadium volwassen dan de mensapen. En dat terwijl bij de geboorte mens en chimpansee nog grote overeenkomst vertonen. Bolk komt tot bijzondere inzichten in de evolutie. Dat een mensenkind een niet-gespecialiseerde toestand bewaart tegenover de snelle specialisering van de chimpansee. Dat de mens “eigenlijk embryo blijft”.

Er was bij de studenten altijd grote belangstelling voor de observaties van Bolk. Tegenwoordig zijn de eerstejaarsstudenten al sterk gevormd door de populaire mechanistische opvattingen en kijken ze niet meer zo onbevangen naar de verschijnselen, de natuur, de mens, het lichaam. Het is een moeilijke periode voor de holistische menskunde. We gaan door een dorre woestijn.’

Op het congres gaat uw voordracht over het hart. Hoe kijkt u vanuit uw vakgebied naar het hart?

‘Zonder hart kun je niet leven. Zonder brein wel. Dat is een beetje dramatisch voor Dick Schwaab die alles uit het brein verklaart. Hersendood is lariekoek! De orgaandonatie-lobby zal dat wel hebben uitgevonden. Onzin, als je hersenen ophouden, ben je niet dood. Je bent dood als het hart ophoudt. In het embryo ontstaat eerst het hart; het brein is een stap later en verder. Met het hart ontstaat de eerste mogelijkheid binnen ons organisme individu te zijn. Het brein, het hoofd is niet de primaire oorzaak van ons bewegen. De neurobiologie zit wat dat betreft in een fuik. Het oorzaak-en-gevolg-denken staart zich dood op het brein. Je brein is het hoofd van het zenuw-zintuigstelsel. Het hart is het “hoofd” van het bloed(orgaan).

In het begin is het embryonale lichaam als het ware leeg. Er is enkel een buitenkant en een binnenkant; de ruimte ertussen is niet manifest. Dan ontstaat er een midden via het bloed dat het eerste orgaan is dat een mens aanlegt. Er ontstaat daarmee een ruimte om te zijn. Tussen de twee polen in wordt de ruimte geschapen door het bloed. Om de mens te plaatsen tussen de zwei Seelen in meiner Brust (Goethe), de denkende, beschouwende ziel en de ziel die zich steeds wil verbinden vanuit de wil. Het bloed bemiddelt in een continue stroom tussen deze polariteiten. In hoofd, hart en wil kun je de driegelede mens zien met in het midden het hart, gevormd vanuit het bloedproces. “Inter-esse” betekent “er tussen zijn”.’

Het brein

‘Het hersenorgaan begint zich vanaf de derde week te ontwikkelen. Het is in uitgegroeide vorm niet begin- maar eindpunt van het zenuwproces. Het hart vormt zich vanuit het bloedproces en is (dus ook) hoofd en luistert, reageert en coördineert. Het hart voegt aan de beweging van het bloed niets toe! Het geeft een nieuwe impuls, zoals het brein reageert op de bewegingsmens en de zintuiglijk waargenomen wereld om ons heen!

Het hersenproces levert je het bewustzijn van de wereld om je heen. Het hart is in die zin ook een bewustzijnsorgaan: het station waar alle processen tot rust gebracht worden, waardoor steeds weer innerlijke vrije ruimte ontstaat. Waar het bloedproces rust... en omkeert. Het is het incarnatieorgaan. Elke hartslag is een incarnatie-act, brengt ons hier en maakt ons in zekere zin wakker. Hier ben ik! In het hart kun je gewaarworden dat je in je lijf woont. Niemand wijst op zijn hoofd als antwoord op de vraag: bedoel je mij? Ben ik aan de beurt? Dan wijs je op de plaats van je hart. Daar ben je!’

Het onbegrepen hart

‘Het hart wordt niet begrepen. Waarom krijgt onze cultuur het zo aan zijn hart? Wat gebeurt er met ons samenlevingshart? Verharding en verkilling verzwakken het. Zoals wij denken over de fysiologie, zo richten wij ook onze samenleving in. Dáár komt de terugslag: in het sociale leven. De harteklop van onze samenleving wordt ontregeld door stress. Deze komt voort uit hoe wij denken over onze lichamelijkheid. De huidige trant van denken over het brein bijvoorbeeld – als oorzaak van bewegen – is een gevaarlijke misvatting. Brein is niet beweging of oorzaak van ons bewegen. Het brein wordt onderhouden door het ritmische systeem en het spijsverterings-ledematensysteem. Het brein bestuurt niet onze zenuwen. Rudolf Steiner waarschuwde al een eeuw geleden dat het begrip “motorische” zenuwen op een denkfout berust, alsof deze ons doen bewegen. Alle zenuwen dienen de waarneming, dus ook de waarnemingen van onze spierbewegingen. Je zult dan ook in de hersenschors geen vrije wil ontdekken. Die wil zetelt daar niet. Hersenonderzoek wil met een scan aantonen dat er geen vrije wil bestaat. Zo ver is het gekomen met het mechanische denken! Ik noem dat schaamteloos reductionisme. De vrije mens terugbrengen tot een regelbaar en geen verantwoording dragend apparaat! Alsof je de wil die je in het dagelijks leven ervaart, kunt “vangen” in een experiment dat de hersenactiviteit in beeld brengt! Dan krijg je een samenleving van “Kan ik er wat aan doen? Het was mijn hippocampus die een foutje maakte”.’

Het onderzoek moet terug naar de basis

‘De werkelijkheid waarin wij leven is toch wel even iets meer dan het neurolab met knopjes en draadjes! Ik ben geen brein. Ik ben Jaap van der Wal en ik heb én ik ben mijn lichaam. Kennelijk is het brein een belangrijke voorwaarde om te leven. Maar ik ben niet mijn brein. De mensen zijn het transparante lichaam vergeten dat weerstandsloos mij dient. Marcel Proust bracht het zo onder woorden: “Wij hebben voor de toekomst geen nieuwe horizon nodig, we hebben nieuwe ogen nodig!” De empathische blik heeft oog voor het kwalitatieve. Met alleen tellen en meten verliezen we de mens uit het oog.’

Evidence based

‘Van arts-onderzoeker Guus van der Bie kregen onze cursisten vandaag te horen dat slechts 15 procent van ons geneeskundig handelen écht evidence-based is. De andere 85 procent is gewoon kunst, fingerspitzengefühl, situatief handelen, intuïtie. Gelukkig is de geneeskunde nog niet helemaal dichtgetimmerd met richtlijnen en protocollen. De arts kan poortwachter zijn omdat hij waarneemt, de beelden ordent en de diagnose stelt.

De moderne wetenschap “lijdt aan een hevige vorm van intellectueel ascetisme”. De woorden zijn van de filosoof J.H. v.d. Berg. Het waargenomen object is volstrekt gescheiden geraakt van de waarnemer zelf. Waarom word ik als evolutiebioloog geacht te denken dat de natuur geen doel heeft, maar uitsluitend oorzaken? De menselijke ervaring geeft ons toch de levendige indruk dat de natuur één groot zinvol geheel is? Die ervaring moet je loslaten, meent de wetenschap. Dat heeft tot gevolg dat we het leven zelf buitensluiten. Het causale denken neemt daardoor extreme vormen aan. Een voorbeeld: onze hele samenleving stuitert. Dat levert nervositeit op en stoornissen als ADHD. Kinderen met ADHD “leven” onze ziekte. Die ziekte is met Ritalin niet te genezen. Als we eerlijk zijn, zien we dat onze leefwereld vol stress zit en dat veel kinderen daar last van hebben.

De eenzijdige intellectuele visie op het leven doet ons valse beloftes, is als een wolf in schaapskleren. Want voor alle kwalen is wel een bruggetje in het brein te vinden, een gen te beïnvloeden. Binnenkort wordt een depressie vanuit de hardware verwijderd. Een dergelijk manipuleren ontneemt ons de keuze uit verantwoordelijkheid te handelen.’

Hoe komt het dat we zo’n andere kijk op de wereld hebben ontwikkeld?

‘Abstracte kennis is een talent van het hoofd. Het hoofd vindt zichzelf belangrijk, kan zich sterk losmaken uit het leven zelf. Zoals een warm belangstellende mens een ambtenaar wordt. De grondlegger van de evolutietheorie, Charles Darwin, was een goede waarnemer. Hij behoorde nog tot de generatie universele wetenschappers die met veel geduld eigen waarnemingen deed, alles in kleur en detail optekende. Hij stelde vragen aan zichzelf en worstelde met de eerste antwoorden. De generatie geleerden ná hem kijkt niet meer maar interpreteert. Nog een generatie later concludeert men vooral: “Zo moet het zijn!” Zo ontstaat dogmatisme en het intellectueel ascetisme.’

Spagaat

‘Ik sta met de verworvenheden van deze tijd in een spagaat. Ik ben enerzijds dankbaar voor het gemak dat de moderne techniek oplevert, ook voor de therapeutische middelen waar men het leven van mijn vrouw mee kon redden. Anderzijds wil ik verhalen vertellen over wat er aan schoonheid, zin en doel in en om ons heen is. Over hoe het hart de scheppende spil is waar het leven om draait, dat het brein dienstbaar is aan het organisme als geheel en niet de regisseur is die breindenkers er graag in willen zien.

Ik probeer anders te kijken. Ik maak mij zorgen over de wereld die door ons gemanipuleerd en misbruikt wordt. Het organisme Aarde blijkt zich steeds weer aan te passen alsof het al onze misstappen wil vergeven. Maar hoe lang nog? Het ijs trekt zich terug van de polen. Zonder twijfel is de dramatische klimaatverandering een signaal dat we een andere manier van denken moeten oefenen. Met andere ogen leren kijken. Voordat grotere rampen volgen. Dat is mijn missie in mijn werk Embryo in beweging. Cursussen geven aan mensen over het embryonale leven met als boodschap: Denk eens nieuw, kijk eens binnenste buiten, dan zie je Geest, overal.’


s I  www.embryo.nl -

*    Stichting Herfstcongres organiseert ‘Het gezonde hart tussen hemel en aarde. Medische, therapeutische en pedagogische gezichtspunten op antroposofische grondslag’ op 23-24 november 2012 in het Geert Groote College te Amsterdam. Bedoeld voor artsen, verpleegkundigen, therapeuten en anderen werkzaam in de antroposofische gezondheidszorg; leraren in het (vrijeschool)-onderwijs en medewerkers in pedagogische instellingen en instituten. Ook studenten zijn van harte welkom.