Hoe je de geest mee verhuist

Door Redactie - In: diversen - 10 december 2011

Tekst I Michel Gastkemper  Foto’s I Paul Kerkhoffs


De vraag komt vanuit Therapeuticum Aquamarijn in Arnhem zelf: of we willen komen kijken hoe men daar met een ingrijpend veranderingsproces bezig is. Men kan verhuizen naar een ander, moderner pand. In het therapeuticum zijn er echter zowel voor- als tegenstanders. Dat roept grote spanningen op. En hoe ga je daar dan mee om?  

Hoe je de geest mee verhuist

Therapeuticum Aquamarijn blijkt dicht bij de noordzijde van station Arnhem te liggen. Al wandelend moet je een beetje stijgen, maar dat kun je in deze heuvelachtige stad verwachten. Achterom kijkend een mooi uitzicht op het centrum van de stad. Helemaal beneden moet de rivier zijn. Aan mijn linkerhand de weilanden van Park Sonsbeek. Een dwarsstraat toont het bordje De Wetstraat; vervolgens loop ik aan nummer 10 voorbij zonder er erg in te hebben. Een flinke heg onttrekt het statige witte pand en daarmee ook het naambord aan het gezicht.

Maar eenmaal gevonden, kan ik zonder moeite of bellen de voordeur openen. Een leeg halletje en een donkere gang. Op een bord aan de muur wie zich in het gebouw bevindt en wie niet. Meteen na binnenkomst moet ik de deur rechts hebben, had antroposofisch arts Gerard Rotteveel me al gezegd. En dat ik zo kan binnenlopen. Toch verkies ik eerst in de wachtkamer aan het eind van de gang links te gaan zitten, want ik ben te vroeg. Nauwelijks bezig de omgeving in me op te nemen, of Rotteveel komt er al aan.

HOED

In zijn spreekkamer heb ik het eerste gesprek van die middag. Hij vertelt me over de verhuisplannen van Aquamarijn. Het pand is eigenlijk niet geschikt meer en er dient zich een prachtmogelijkheid aan: een HOED. Dat betekent ‘Huisartsen Onder Eén Dak’. Dat is een al langer bestaande vestigingsvorm waar huisartsen bij aan kunnen schuiven, door met elkaar één pand te delen. Niet met antroposofische partners, maar dat spreekt hem juist aan, want dat maakt de integratie met de bestaande geneeskunde des te duidelijker. De plek is trouwens uniek: het therapeuticum heeft de bovenste verdieping aangeboden gekregen, met een gebogen houten dak. Dit wordt al het ‘omgekeerde schip’ genoemd. Gerard Rotteveel wil dat ik er vooral met zo veel mogelijk andere medewerkers over zal spreken. Maar dat zal niet meevallen op deze dinsdagmiddag, omdat gewoon niet iedereen aanwezig is. De kans laat ik me echter niet ontgaan om eerst wat meer over zijn beroepsleven te horen.

Hij blijkt al zeventien jaar als consultatief arts in Arnhem te werken, nadat hij zijn werk als huisarts in 1994 had overgedragen aan twee opvolgers, Barbara Bischot en Hans van Vugt. Die hebben beiden hun spreekkamer op de eerste verdieping. Zijn eigen doktersloopbaan nam na de opleiding zijn aanvang in Afrika. Daar trof hij antroposofisch arts Bob Witsenburg die hij later, toen deze in Haarlem praktiseerde, weer terug in Nederland opnieuw ontmoette. De drang om zelf antroposofisch arts te worden, kwam pas later, rond zijn zevendertigste. Nu is hij dat op 73-jarige leeftijd al bijna net zo veel jaren als hij toen oud was. Het grootste deel daarvan heeft hij praktijk gehouden in Arnhem.

Denktank

Maar we moeten gauw naar boven, de rest van het pand bekijken, en vooral deelnemen aan een bijeenkomst met een groep actieve mensen die nauw bij de nieuwste ontwikkelingen zijn betrokken. We worden op de tweede verdieping al opgewacht door een select gezelschap van vier personen, die voor deze vergadering in de startblokken zitten. En ik mag meedoen.

Gerard had zelf de aanzet tot de vorming van deze club gegeven. Hij vond het van de gekke dat er geen patiënten bij de verhuizing betrokken waren. Sinds een jaar bestaat deze aparte groep, als een soort denktank, of antroposofischer: een klankbordgroep. Met als vraag: hoe krijg je patiënten meer betrokken bij het therapeuticum? En dan niet alleen wanneer er iets aan het gebouw moet worden gedaan en de handen uit de mouwen gestoken. Erna van der Linde formuleert het mooi: hoe krijg je de geest ook mee verhuisd? Dat is niet alleen het werk van artsen en therapeuten. Aanvankelijk waren ze er helemaal niet oplossingsgericht mee bezig, maar hebben ze alleen vragen gesteld.

Jan Goorissen vertelt dat de hele praktijk ter informatie een brief over de situatie heeft gekregen. Dat had nogal wat voeten in de aarde, want hoe spreek je de mensen aan? Hierover verschilde men van mening. Het werd de formulering dat iedereen een bijdrage mag en kan leveren aan de ontwikkeling van het therapeuticum. De aanhef is al belangrijk: er is niet gekozen om mensen aan te spreken als patiënten, maar als deelnemers. Als patiënt zit je in een afhankelijke en passieve rol, als deelnemer kun je actief vanuit jezelf iets schenken om het therapeuticum mogelijk te maken. Wezenlijke vragen zijn daarbij urgent geworden: waarheen ontwikkelt het therapeuticum zich, en tot wat wil het zich ontwikkelen? Als je daar met elkaar een beeld van hebt, kunnen meer mensen meedoen.

Het zichtbaar maken en de communicatie verzorgen is een hele inspanning, beaamt ook Jan Kuiper. Sinds kort zit hij in de redactie van Aquatinten, het blad van het therapeuticum. Dat kan goed laten zien wat Aquamarijn is, en ook wat er allemaal omheen mee verbonden is. Dat is veel! Maar ook mooi om te doen. Ook de website wordt daartoe opgetuigd.

Euritmietherapeute Andrea Wellenstein komt binnen. Ze wil me nu de rest van het gebouw laten zien, straks is ze vertrokken. Ik verlaat tijdelijk de vergadering, want ik wil zo min mogelijk ervan missen, en laat me door haar meevoeren, door alle deuren, trappenhuizen, gangen en gangetjes, en vooral: therapieruimtes. Wat is er inventief omgegaan met al die ruimtes, het doorbreken naar een tweede pand ernaast, en daar de zaken zo aanpakken dat weer nieuwe therapie-, behandel- en uitrustruimtes zijn ontstaan. Sommige heel klein. En dan die zolder voor de kunstzinnige therapie met een pracht lichtinval. Ik kan me voorstellen dat niet iedereen zit te springen om te verhuizen naar een andere locatie. Dit is ingeleefd en heeft sfeer.

Houdingskwestie

Terug bij de ‘denktank’ gaat de discussie over alternatieve therapievormen, bijvoorbeeld reiki, en of je die ook een plek in je therapeuticum zou geven als je daarvoor ruimte vrij had. Daarop klinkt een sterk ‘ja maar’, want dan raak je aan de eigen identiteit. Waarvoor zou je het doen, verwater je dan niet je eigen doelstellingen? Het is vooral een houdingsvraagstuk, brengt Joukje Pothoven in. Je kunt het onderzoekend benaderen en vragen stellen, zonder het van tevoren helemaal af te wijzen. En ook de mens leren kennen die zich ermee bezig houdt en die erop afkomt. Kortom, in gesprek zijn. Wordt er niet hetzelfde gevraagd als je straks als Huisartsen Onder Eén Dak zit? Zolang je maar trouw blijft aan je eigen idee van antroposofische therapieën en daarin duidelijk bent. Bijvoorbeeld ook bij het aannemen van nieuwe therapeuten.

Gaandeweg de vergadering zijn er allerlei ideeën ontstaan om mensen er meer bij te betrekken. En zijn er ook actief vooroordelen bestreden die je daarbij in de weg kunnen zitten. Als laatsten die middag spreek ik nog met medisch assistente Ans van Zanten en huisarts Barbara Bischot, die werkelijk als sluitpost de deur van het pand achter zich dichttrekt. Zij merken duidelijk dat het pand niet geschikt meer is als therapeuticum. Het is oud en verouderd, benauwd en gehorig. Hoog tijd om te verhuizen naar een nieuwe locatie. Maar tegen welke kosten?

Het oude pand bood relatief goedkope huisvesting, hoewel dat in de nabije toekomst ook zal ophouden. Durf je te investeren in iets nieuws, in iets waarvan je nog niet honderd procent zeker weet of het goed uit zal pakken? En kun je het ook, heb je vertrouwen in de toekomst? Niet alleen financieel, maar ook mentaal? Niet iedereen binnen het therapeuticum is overtuigd dat de verhuizing een goede stap is. Toch lijkt die onontkoombaar. Samenwerken binnen een setting van reguliere gezondheidszorg, Gerard Rotteveel kan zich niets mooiers voorstellen. Dit heeft hij altijd al gewild. De toekomst is echter niet aan hem, maar aan anderen. In oktober of november moet het definitieve besluit vallen.