Ieder rijpt op zijn manier, dementie is er één van

Door Redactie - In: ouderen - 12 november 2022

TEKST JOHANNA PRIESTER | BEELD PEXELS


Tot onze allerlaatste levensdag is innerlijke groei mogelijk, lazen we in het zomernummer. Maar hoe zit dat dan bij dementie, waar tijdens het leven al zo veel lijkt te verdwijnen? Kan er dan ook sprake zijn van ontwikkeling? En wat is het eigenlijk, dat ons ouder wordende lichaam doet verdorren? Johanna Priester onderzoekt deze vragen vanuit antroposofisch gezichtspunt.

Niet alle mogelijkheden die we als mens in ons hebben kunnen tijdens ons leven helemaal gemanifesteerd worden. Er zijn drie soorten mogelijkheden te onderscheiden. De mogelijkheden die we bij onze geboorte meekrijgen en die we als vanzelf kunnen inzetten. De mogelijkheden die we tijdens het leven ontwikkelen en die ons lichaam doen veranderen. Dat kun je terug zien In fysiognomie (gelaatsuitdrukking, rimpels), houding en het patroon van bewegen: daarin worden levenservaringen vastgelegd. Ons lichaam voegt zich naar onze activiteiten op aarde. En tot slot zijn er de mogelijkheden die niet tot wasdom komen – deze moeten wachten op verwerkelijking.

Ieder rijpt op zijn manier, dementie is er één van

Zaadkorrel

Die niet tot ontwikkeling gekomen kwaliteiten gaan in de tweede helft van het leven als het ware stuwen. Ze worden steeds meer tot één geheel van krachten dat je uiterlijke lichaam begint tegen te werken. Meer en meer wordt nu het lichaam een last, een ongeschikt en onwillig werktuig dat weggeworpen moet worden. Het heeft gediend voor wat in dit leven bereikt kon worden, maar voor een volgende stap in de ontwikkeling is het niet (meer) geschikt. Alles wat bereikt is, wordt nu samengetrokken tot een soort zaadkorrel, het zaadje voor het volgende leven. En zoals de plant die zaad heeft gevormd afsterft of de vrucht die het zaad bevat verschrompelt, zo begint ook ons lichaam te verdorren zodra het zaad van dit leven zich vormt. Zonder dit afsterven, zonder de dood zouden wij ons niet verder kunnen ontwikkelen. Zouden we niet opnieuw kunnen ontkiemen en een nieuw, geschikter lichaam kunnen gaan bewonen. Tot zover een in mijn eigen woorden weergegeven fragment uit een voordracht van Rudolf Steiner (*) Uit GA 118, voordracht van 12 april 1910, (niet vertaald).
Vanuit deze visie wordt begrijpelijk dat het verouderingsproces wellicht vertraagd kan worden door goed voor je lichaam te zorgen, nieuwsgierig te zijn naar nog te ontwikkelen kanten in jezelf, en open te blijven staan voor nieuwe ontmoetingen. Dat zijn op zich al groeimomenten!

Hoe de dood kan verschijnen

Maar op een zeker moment wordt de discrepantie tussen wat nog ontwikkeld zou willen worden en wat mogelijk is met dit lichaam te groot. En dan zijn er vele manieren (dynamieken) waarop het zaad en daarmee de dood, kan verschijnen. Misschien wordt het door een storm van de boom gerukt, nog nauwelijks rijp. Misschien blijft er vele weken een rammelend zaaddoosje overeind staan. Of het zweeft nauwelijks merkbaar als een miniscuul pluisje de hemel in, is zomaar verdwenen. Elk zaadje heeft zijn eigen manier nodig; elk mens zijn eigen manier van ouder worden en sterven. Soms ligt het zaad voor het grijpen en lijkt het gemakkelijk samen te vatten wat de betekenis van dit mensenleven is geweest. Soms is het in vele lagen verpakt en moet er lang gekauwd worden voor de essentie van iemands bestaan enigszins begrepen kan worden.

Uitpakken

Na de middelbare leeftijd kom je steeds meer tegen hoe het met de drie soorten mogelijkheden in jouw leven staat. In feite begin je je leven uit te pakken: de verpakking gaat er vanaf zodat je beter kunt zien wat je straks mee gaat nemen naar de andere wereld en wat je nog kunt aanvullen. Tegelijk wordt je wereld kleiner; heel geleidelijk of - door ziekte - schoksgewijs, tot je tenslotte je bed of stoel niet meer uit komt.

Helemáál uitpakken gebeurt straks pas, na de dood. Het eerste dat je dan te zien krijgt is een groot levenspanorama: alles wat je hebt meegemaakt staat in één keer om je heen. Daarna komt een periode waarin je van al je daden de keerzijde gaat ervaren: wat hebben jouw daden, gevoelens en gedachten bij anderen teweeggebracht? Je wordt in feite binnenstebuiten gekeerd als je gestorven bent. Vanuit de samengetrokkenheid van je oude zieke lichaam kom je terecht in een overweldigende ongrijpbare uitgestrektheid die je niet meer kunt veranderen en die je moet ondergaan. En die weidsheid, dat ben jij zelf!

Uitgestrektheid

Van demente mensen wordt wel gezegd: hij of zij is al vertrokken vóór hij of zij is gestorven. We kunnen het echter ook andersom te bekijken. Is het misschien zo dat de demente mens nog tijdens zijn leven iets ondergaat dat normaal gesproken pas na de dood gebeurt? Nog niet vertrokken, maar al wel binnenstebuiten gekeerd. De demente mens ervaart een ongrijpbare uitgestrektheid en voelt geen houvast meer in de aardse wereld. Hij is niet meer samengetrokken in zijn lichaam, ervaart geen centrum meer in zichzelf, maar is omtrek geworden. Zijn leven doemt voor hem op, herinneringen staan levendig om hem heen, ze zijn ‘heruitingen’ geworden. Emoties vliegen af en aan, zonder duidelijke aanleiding. Zijn dit gevoelens van hem of van de omgeving? Van nu of van toen?

Kiem

En toch: ook de diep demente mens is nog verbonden met de aarde, levend. De aarde is de plek waar we ervaringen opdoen, ontmoetingen hebben, leren en verzamelen. In de geestelijke wereld wordt wat we verzameld hebben verteerd en een volgend leven voorbereid. Wezenlijk nieuws kan volgens Steiner alleen op aarde plaatsvinden. Zou de ziekte dementie dan toch iets mogelijk maken, iets wat alleen kan lukken als vrijwel al het andere is uitgeschakeld? Iets wat verstand en logica, structuur en gewoontes te boven gaat? Er worden door dit ziekzijn noodzakelijkerwijs nog verbindingen gelegd met anderen (verzorgers), zij het heel diffuus. Wordt met zulke contacten wellicht iets ouds doorgewerkt, of een kiem gelegd voor een samenwerking in een volgend leven?

Leren verstaan

Er zijn indrukwekkende voorbeelden beschreven van mensen die in hun dementie weggestopte traumatische ervaringen uit het verleden hebben kunnen ontsluiten en daarmee enigszins helen. Zoiets is alleen maar mogelijk als naasten of verzorgers leren luisteren in de diffuusheid van de ander. Tastend, aanvoelend, zonder woorden, vanuit het hart verbinding zoekend. Luikjes in jezelf proberen te openen om de ander, die zo perifeer is geworden, te leren verstaan. Als dat geen groeimomenten zijn…!

 

 

 

Verder lezen

  • Jan Pieter van der Steen | Vroeger wordt nu, binnen wordt buiten | Christofoor
  • Gezichtspunt #59 Dementie | gezichtspunten.nl
  • Huub Buijssen | De heldere eenvoud van dementie | Spectrum
  • Huub Buijssen | Het hart wordt niet dement | Handboek voor naasten van mensen met dementie | TRED
  • Hans Siepel | Stemmen van de ziel | Elikser BV
  • Ruud Dirkse & Caro Petit | Had ik het maar geweten. Praktisch basisboek | Bohn Stafleu van Loghem

Spiegel-puntje

Natuurlijk

Je komt

geboren

met pijn, moeite en vreugde

in je blik de echo van mysterieuze verten

je kent niemand kent je nog

overgeleverd, op je rug

van slag of getroost door kleine veranderingen

je wordt gevoed, gebaad, gekleed, gedragen en gereden,

je vraagt en ontvangt zorg – of heb je dat te snel afgeleerd?

langzaam verover je je lijf

je valt en valt en wordt overeind geholpen

tot de wereld de jouwe is, tot

je valt en valt en overeind wordt geholpen

Langzaam laat je je lijf los

Heb je tijdig geoefend: kan je zorg vragen en aanvaarden?

je wordt gevoed, gebaad, gekleed, gedragen en gereden

van slag of getroost door kleine veranderingen

overgeleverd, op je rug

je kent niemand kent je meer

in je hart het verlangen naar mysterieuze verten

met pijn, moeite en vreugde

sterven

Je gaat.

 

Johanna Priester