Heilzame natuur

Door Redactie - In: diversen - 24 september 2021

Tekst Huib de Ruiter  |  Beeld Weleda / Barbara von Woellwarth


Notities over antroposofische geneesmiddelen

Antroposofische geneesmiddelen werken anders dan reguliere geneesmiddelen. Doel is niet om symptomen te onderdrukken of zo snel mogelijk te laten verdwijnen, maar om het goed kunnen doormaken van een ziekte. Huisarts Huib de Ruiter vertelt je dit keer wat meer over hoe antroposofische geneesmiddelen werken.

Heilzame natuur

Het bijzondere van de antroposofische geneeskunde is dat de reguliere geneeskunde de basis is, maar daarnaast een holistisch, geestelijk beeld van de mens wordt gehanteerd. Een antroposofisch arts stelt dus zowel een reguliere als een antroposofische diagnose. Dat werkt door in de keuze van de medicatie. Er is een keuze voor antroposofische middelen, reguliere middelen of voor beide mogelijk. Het beste van twee werelden.

Antroposofische geneesmiddelen zijn van minerale, plantaardige of soms dierlijke oorsprong. Als mens hebben we met substanties uit de natuur een bepaalde verwantschap, in tegenstelling tot de biochemische geneesmiddelen. Die natuurlijke verwantschap houdt niet in dat al deze substanties zonder meer geschikt zijn om in te nemen. Sommige zijn onverteerbaar of giftig. Vaak zijn giftige stoffen echter goede geneesmiddelen, mits de dosis heel klein is. Er zijn ook substanties die van nature weinig heilzame invloed hebben. De geneeskrachtige werking daarvan dient dan nog ontsloten te worden door verschillende bereidingswijzen.

Het ontstaan

De eerste antroposofische geneesmiddelen ontstonden honderd jaar terug, toen artsen raad vroegen aan ­Rudolf Steiner (1861-1925), grondlegger van de ­antroposofie. Hij was in staat de geestelijke achtergronden van een ziekte en van geneesmiddelen waar te nemen. Door deze waarnemingen op wetenschappelijke wijze te ordenen en ­benoemen, maakte hij het voor anderen ook mogelijk om met deze achtergronden te werken. Voor de artsen, toen vaak werkzaam in de homeopathie, hield hij cursussen over de antroposofische geneeskunde. In samenspraak met hen ontstonden diverse geneesmiddelen. Vooral met Ita Wegman (1876-1943), een Nederlandse arts, werkte Steiner samen. Zij stichtte een kliniek in het Zwitserse Arlesheim, niet ver van het Goetheanum, waar zij bijna dagelijks met Steiner patiënten bezocht en behandelingen besprak.

Soms werden geneesmiddelen toegepast die ook in de homeopathie bekend waren, maar nu vanuit een geheel nieuw gezichtspunt. Vaak werden nieuwe geneesmiddelen ontwikkeld. De bereiding daarvan vond plaats in een naast de kliniek gelegen laboratorium. Later gaf Rudolf Steiner de naam Weleda aan deze eerste fabrikant van antroposofische geneesmiddelen.

Ziekte verschillend benaderd

Een ziekte behandelen geschiedt vanuit verschillende geneeskundige richtingen. De reguliere, de homeopathische en de antroposofische benadering kunnen we eens naast elkaar zetten. In veel gevallen sluiten verschillende benaderingswijzen elkaar niet uit: de één kan aanvullend werken op de ander. Als voorbeeld kan bronchitis dienen.

Bij een bronchitis zijn de diepere, kleinere luchtbuisjes ontstoken: ze zitten vol slijm. In de reguliere geneeskunde wordt in zo’n geval vaak een antibioticum gegeven om de bacteriën, die de oorzaak van de ontsteking zouden zijn, te elimineren. Bovendien wordt er eventueel een slijmoplossend middel gegeven om het slijm makkelijker te kunnen ophoesten.

In de homeopathie wordt een middel gezocht dat bij de eventuele karakteristieke klachten van de patiënt kan passen. Of de patiënt bleek is, of hij transpireert, op welk tijdstip het meest wordt gehoest, hoe de patiënt er geestelijk aan toe is, allerlei verschijnselen kunnen bepalend zijn voor het kiezen van een specifiek homeopathisch middel.

In de antroposofische geneeskunde wordt voor extra warmte in de luchtwegen gezorgd; dit omdat kou een van de belangrijke oorzaken is van een luchtweginfectie. Kou prikkelt de slijmvliezen, die dan slijm gaan produceren. Warmte, bijvoorbeeld door stomen, geeft een betere doorbloeding en dat geeft meer immuniteit. Inwrijven met een verwarmende olie, zoals tijmolie, is ook een manier. Daarnaast wordt een overmatige slijmvorming teruggedrongen door de stofwisseling te behandelen. Slijmvorming is een typische activiteit van de stofwisseling. In de organen van de buik is de afscheiding van slijm normaal, in andere gebieden in het lichaam is het een ziektetendens. Vaak is deze slijmvorming op een verkeerde plaats constitutioneel bepaald. De bacteriën worden niet speciaal bestreden: zij groeien omdat de omgeving, het zieke orgaan, dat toelaat. Verbeteren de omstandigheden en geneest het orgaan, dan hebben de bacteriën geen voedingsbodem meer en verdwijnen vanzelf.

In de antroposofische geneeskunde wordt vanuit de begrippen lichaam, ziel en geest getracht het ziektebeeld te begrijpen

Samenvattend kunnen we zeggen dat in de gangbare geneeskunde een ziekte lichamelijk wordt beoordeeld en het fysieke lichaam wordt behandeld. Symptomen worden bestreden, bacteriën met antibiotica gedood. In de homeopathie wordt het beeld van een geneesmiddel gezocht bij het symptomenbeeld van een ziekte. Dat activeert het lichaam tot een genezende reactie. In de antroposofische geneeskunde wordt vanuit een mensbeeld, vanuit de begrippen lichaam, ziel en geest getracht het ziektebeeld te begrijpen; er wordt naar processen gekeken en naar geneesmiddelen gezocht die vergelijkbare processen bewerkstelligen of juist tegengaan. De eigen genezende krachten worden versterkt. Het gaat er bij een antroposofische behandeling bovendien niet om de ziekte en de ziektesymptomen zo snel mogelijk te laten verdwijnen. Het gaat meer om het goed doormaken van de ziekte en daarmee het volledig en goed genezen. Dit genezen is een proces, een weg. Antroposofische geneesmiddelen ondersteunen je gedurende dit proces, zodat je er letterlijk beter van kunt worden.

Enkele voorbeelden

De werking van een geneesmiddel wordt duidelijk uit het beeld dat we ons kunnen vormen van het mineraal, de plant of het dier waaruit het middel bereid wordt. In graniet bijvoorbeeld, het moedergesteente van de aardkorst, zit kwarts – zichtbaar als grijze korreltjes. Soms vormt het heldere kristallen: bergkristal. Het zand op de stranden bestaat grotendeels uit kwarts. Wordt zand met kalk en soda gesmolten tot glas, dan wordt de eigenschap van kwarts weer zichtbaar: het glas is “glashelder”. Kwarts geeft licht vrij spel – deze helderheid zien we bij andere mineralen maar weinig. In de mens is het oog een orgaan dat vergelijkbaar helder is en het licht ongehinderd laat passeren. De huid heeft ook een doorzichtig laagje. Haren bevatten veel kwarts. De kwartswerking in deze grensgebieden bevordert dat we ons kunnen openstellen voor licht. Net als een vensterraam laat kwarts licht binnen en vormt tegelijk ook een afgrenzing. Bergkristal heeft een duidelijke zeshoekige kristalvorm. Het heeft vormkracht in zich en helpt via de lichtwerking vorm te brengen in ons lichaam. Vooral bij een ontsteking, waar de vorm verloren dreigt te gaan en alles gezwollen en chaotisch is, is dat nuttig.

Bloem en wortelgebied vormen een polariteit. De wortel richt zich op het middelpunt van de aarde, de bloem opent zich voor de wijdse omgeving

Kamille is een plant die op omgewerkte aarde, zoals op bouwterreinen, in de vroege zomerzon bloeit. Van ver kun je de typische geur al ruiken. De Grieken vonden het naar een appel ruiken: chamaimelon, grondappel. Kamille wortelt niet diep, maar richt zich meer op de vorming van vele bloemetjes die etherische oliën bevatten. In de bloem zit een kleine holte met lucht. De blaadjes van de kamille zijn vertakt als een hertengewei; ze doen “luchtig” aan. Als de zon op de kamille schijnt, oogt ze feestelijk en zomers. Kamille is licht, lucht en warmte en werkt dan ook ontkrampend. Bij buikpijn is een kop kamillethee voor iedereen een weldaad. Naast ontkramping heeft de kamille ook een ontstekingsremmende eigenschap. De etherische olie bevat het ontstekingsremmende Azuleen, een diepblauwe stof die ontstekingswerend werkt. Etherische oliën zijn meestal kleurloos of gelig. Dit blauw is heel anders van karakter. Blauw is een koele kleur. Het past bij een verkoelende werking op een warme ontsteking. Bij ontstoken luchtwegen is het dan ook nuttig om met kamille te stomen.

Drieledigheid

Eén van de sleutels tot het herkennen van ziekteprocessen vinden we in het principe dat in al het levende te vinden is: twee tegengestelde polen en daartussen een middengebied.

Bekijken we de plant: onderaan de plant bevindt zich de wortel. De wortel groeit de donkere vochtige aarde in, waar hij zich taai en bleek vastlegt. Minerale stoffen worden door de wortel in het levende van de plant opgenomen. Bovenaan de plant zien we de bloem. Deze opent zich naar boven, naar het licht en de warmte van de zon. Geur en stuifmeel verspreiden zich in de atmosfeer en de kleuren van de bloem laten zich op afstand al zien.

Bloem en wortelgebied vormen een polariteit. De wortel richt zich op het middelpunt van de aarde, de bloem maakt een openend gebaar naar de wijdse omgeving. In het tussengebied speelt zich een afwisselend uitbreiden en samentrekken af: in het blad een uitbreiding en in de stengel een samentrekking. Het is een ritmische afwisseling: hier ademt de plant.

Een plant heeft een fysieke verschijning; maar in de plant werkt het geestelijke beeld van de plant

Dit middengebied heeft de mens ook: in hart en longen hebben we organen die zich afwisselend samentrekken en openen. Hier halen we adem. Het gebied van koelte, rust en samentrekking bevindt zich niet zoals bij de plant aan onze basis, maar in ons hoofd waar vrijwel alles vastligt, net zoals plantenwortels vastliggen.

Het warme, levendige, bewegende, zich uitbreidende vinden we daarentegen in onze stofwisseling. Na een maaltijd, als de stofwisseling op gang komt, gaat dat gepaard met warmte en ontspanning. Met de ledematen zijn we op de omgeving, op de buitenwereld gericht. En evenals bij de plant bevinden zich in dit stofwisselings-ledematengebied ook de voortplantingsorganen. In de stofwisseling is de mens min of meer onbewust. De stofwisseling geeft ons de kracht om te handelen, te willen. In dit gebied dient het warm te zijn en is er voortdurend afwisseling en ritme. Daar leeft ons gevoel. Terwijl in ons hoofd juist stilstand nodig is en in onze ledematen beweging.

Je zou de mens kunnen beschouwen als een omgekeerde plant. Dat zie je ook terug in welke plantdelen toegepast worden. Geneesmiddelen die in het hoofdgebied dienen te werken, worden het beste uit wortels bereid, die voor het ritmische gebied uit bladpreparaten en geneesmiddelen voor de stofwisseling uit het bloemgebied. Voor het hoofd wordt bijvoorbeeld de knol van de Monnikskap (Aconitum, zie foto) gebruikt, voor het hart het blad van het Vingerhoedskruid (Digitalis), voor de stofwisseling Kamillebloempjes.

Bereidingswijzen

Een belangrijke bereidingswijze is het potentiëren, het stapsgewijs verdunnen. Deze methode werd in de homeopathie al toegepast. Rudolf Steiner voegde daaraan toe dat alles wat zintuiglijk waarneembaar is, alles wat materieel is, ook een geestelijke achtergrond heeft. Een plant heeft een fysieke verschijning, maar in de plant werkt het geestelijke beeld van de plant; die komt beschikbaar door het oplossen en doen verdwijnen van de stoffelijke verschijning van de plant. Uit haar vorm en substantie komt dan het etherische, het geestelijke vrij. Door te potentiëren kan het geestelijke zich met het oplosmiddel verbinden en werkzaam worden.

Daarnaast kunnen bepaalde warmtebehandelingen, zoals koken of destilleren, ertoe bijdragen dat geneeskrachtige substanties beter in het lichaam opgenomen worden. Welke bereidingswijze het beste bij een bepaalde substantie past, wordt bepaald door de achterliggende gedachten vanuit de antroposofische geneeskunde. Het ziekteproces waarvoor een middel gebruikt gaat worden, speelt hierbij een rol. Voor de arts is het de kunst om het ziekteproces in die ene patiënt in verbinding te brengen met een substantie uit de natuur, in de juiste potentie en met het juiste warmteproces. Zo komt de arts tot de keuze voor het juiste geneesmiddel.


Wil je meer weten over de verschillen met homeopathie, de bereidingswijzen, warmtebehandelingen en biochemische werking van antroposofische geneesmiddelen? Huib de Ruiter schreef er een helder en informatief boekje over dat verscheen in de reeks Gezichtspunten. #12: Antroposofische geneesmiddelen | te bestellen voor €3,- via gezichtspunten.nl


 

Huib de Ruiter werkt samen met collega artsen en therapeuten in therapeuticum De Lemniscaat in Leiden. Hij bestudeert de werkzame eigenschappen van grondstoffen voor antroposofische geneesmiddelen. In Ita deelt hij zijn bevindingen.