Diabetes nodigt uit tot eigen strategie

Door Redactie - In: voeding - 22 september 2020

Tekst | Petra Essink, uit: Stroom 4, 2016 Beeld |  Shutterstock, bewerkt


'Ik’-versterkende oefeningen plus een ‘incarnerend dieet' - dat is de bijzondere aanpak van diabetes, die kenmerkend is voor de antroposofische diëtetiek. Judy van den Berg, antroposofisch diëtist, werkzaam in een therapeuticum in Leiden, ziet keer op keer dat met deze, altijd individueel afgestemde, therapie diabetespatiënten enorm opknappen en in sommige gevallen zelfs volledig genezen van deze welvaartsziekte.

 

Diabetes nodigt uit tot eigen strategie

Voor de lezer die niet precies weet wat diabetes is: er bestaan twee varianten van de ziekte. Diabetes type 1 openbaart zich meestal op jongere leeftijd en wordt over het algemeen in het ziekenhuis begeleid. Bij dit type maakt de alvleesklier (pancreas) geen of minimaal insuline aan, het is een auto-immuunziekte. Dat maakt de behandeling met insuline noodzakelijk.

Bij diabetes type 2 (veruit de grootste groep, ook wel ouderdomsdiabetes genoemd) bestaat er een onvermogen om het bloedsuikerniveau binnen bepaalde marges te houden. De oorzaak hiervan is tweeledig: er is een verstoring van de alvleesklier, waardoor de insulineaanmaak ontregeld is. En daarnaast zijn grote groepen lichaamscellen ongevoelig geworden voor insuline (insulineresistentie), waardoor ze niet meer in staat zijn suiker op te nemen. Judy van den Berg behandelt met grote regelmaat patiënten die diabetes type 2 hebben.

“Om ‘vat te krijgen’ op diabetes, is het van belang het ‘ik’ er weer bij te halen, zodat die ‘het beest’ kan gaan opvoeden”

Oververmoeide alvleesklier

Over de oorzaak van diabetes type 2 vertelt Judy: ‘In de meeste gevallen is het tekort aan insuline het gevolg van een overvraagde alvleesklier, veroorzaakt door een overmatige koolhydraatconsumptie in combinatie met overgewicht. Met name snel opneembare koolhydraten (suiker, ver geraffineerde tarweproducten zoals koekjes en pasta) doen een groot beroep op de alvleesklier.’ Vanuit de antroposofie is bekend dat bij de koolhydraatvertering het astrale lichaam en het ‘ik’ (zie kader) een belangrijke taak hebben. Judy legt uit hoe dat zit: ‘Processen rondom de insulineproductie en suikeropname in de cellen worden gereguleerd door het ‘ik’. Een voorwaarde om die taak goed te kunnen volbrengen is dat je ‘ik’ en je astraallichaam voldoende zijn verbonden met de levensprocessen in je fysieke lichaam. Anders gezegd: dat je voldoende geïncarneerd bent. Wanneer mensen de gewoonte ontwikkelen zich, tegen hun natuur in, te overeten, kan het ‘ik’ zijn regulerende werk niet meer goed doen. Niet goed luisteren naar je lichaam en ook stress veroorzaken dan een terugtrekken van die grote ordeschepper, die stuurloos raakt. Met als gevolg: grote pieken en dalen in het bloedsuikergehalte. Zowel bij een te laag, als een te hoog bloedsuikergehalte, wordt je ‘ik’ als het ware uit je lichaam geknepen.’


Antroposofisch mensbeeld

In de antroposofie wordt een mensbeeld gebruikt, dat bestaat uit vier elkaar doordringende delen:

  • het fysieke lichaam, het dode, steenachtige in ons;
  • het etherlichaam, het levende, plantaardige in ons;
  • het astraallichaam, het driftmatige, dierlijke in ons;
  • het ‘ik’, het eigenlijk menselijke, ons sturende, regisserende ‘orgaan’.

De innerlijke saboteur

‘Als je ‘ik’ zich niet goed kan verbinden met processen in de stofwisseling, dan gaat het astrale lichaam (het ‘dierlijke’ in ons) een poging wagen dit wel te doen. Wat je ziet is dat het eetgedrag dan de neiging krijgt om driftmatig en impulsief van karakter te worden, bijvoorbeeld in de vorm van eetbuien. In mijn consulten omschrijf ik dat gedrag als: ‘het beest is los’ of als ‘de innerlijke saboteur is weer bezig’. De meeste cliënten begrijpen dan precies wat ik bedoel. Om ‘vat te krijgen’ op diabetes, is het van belang het ‘ik’ er weer bij te halen, zodat die ‘het beest’ kan gaan opvoeden. Met je ‘ik’ erbij, kun je bewustere keuzes maken, minder voortkomend uit alleen ‘de lusten’ en meer vanuit inzicht en werkelijke behoeften.’

Het ‘ik’ naar huis roepen

Één van mijn cliënten, een student, was in een jaar tijd 18 kilo aangekomen, omdat hij dagelijks werd geconfronteerd met eettentjes op stations. Zo’n man nodig ik uit om te werken aan vragen als: ‘hoe zien mijn innerlijke saboteurs eruit?’ en ‘wanneer komt bij mij dat dierlijke om de hoek kijken?’ Daartoe vraag ik zo iemand innerlijk terug te gaan naar zijn keuzemomenten op zo’n station. Om vervolgens zijn strategie te bepalen voor de volgende confrontatie met die snacks. Ik laat mensen altijd zelf hun doelen en hun motivatie opschrijven. En ik benadruk dat er op geen enkele manier sprake is van ‘eigen schuld dikke bult’. Het veranderen van voedingsgewoonten is moeilijk. Je belandt onherroepelijk af en toe op een zijspoor. Dat is niet erg, ontsporen hoort erbij. Als je maar blijft zien dat het hoofdspoor er nog is en dat je daar altijd naar terug kunt keren. Ik verwoord deze ‘problematiek’ zo naar mijn cliënten: ‘Sommige mensen hebben nu eenmaal als aanleg dat het astrale zich snel met de stofwisseling gaat bemoeien.’ De manier waarop je jezelf aanspreekt is ook van belang: zeg nooit: ‘ik mag dat koekje niet’, maar: ‘ik wil dat koekje niet’. In het werkwoord willen zit heel veel kracht.

“Zeg nooit:
‘ik mag dat koekje niet’, maar: ‘ik wil dat koekje niet’. In het werkwoord willen zit heel veel kracht”

Als mensen veel moeite hebben zichzelf op een zachtaardige manier bij de hand te nemen, zijn er een aantal hulpmiddelen van buitenaf. Soms vraag ik de arts om een ijzerpreparaat (antroposofische medicatie) voor te schrijven. IJzer geeft ‘ik’-kracht, want het ‘ik’ heeft het ijzer in het bloed nodig voor zijn werking. Ook adviseer ik rozemarijnthee, omdat dit kruid je ‘ik’ ‘naar binnen’ trekt. Rozemarijnolie op de onderbenen werkt ook. Stilstaan bij het eten, je afvragen of je iets echt wilt eten en heel bewust proeven, helpen ook om je ‘ik’ weer naar binnen te ‘lokken’.

Dieet

‘Wat betreft het dieet dat ik adviseer maak ik dankbaar gebruik van de inzichten van internist Hanno Pijl. Hij schreef het boek met de titel Diabetes type 2? Maak jezelf beter. In zijn dieet, dat zich keer op keer bewijst als zijnde zeer geneeskrachtig, zie ik veel gelijkenissen met de antroposofische inzichten over diabetes.

Het is een gefaseerd dieet: in de eerste fase is het zaak de overvraagde pancreas rust te geven en de verstorende metabole processen om te keren. Daartoe beperk je de consumptie van snelle koolhydraten (suiker en tarwemeelproducten) tot een minimum. In plaats daarvan eet je, liefst plantaardige, ijzer- en eiwitrijke producten, zoals noten en bonen met daarbij veel groenten. Daarnaast: volvette voedingsmiddelen. Ook in vlees zit veel ijzer, voor sommige mensen is af en toe een stukje vlees onmisbaar. Met een eiwit- en vetrijk menu trek je het ‘ik’ en het astrale samen naar binnen. In deze fase vallen mensen af en hierdoor wordt de insulineresistentie minder. Het afvallen versterkt hun wil en hun motivatie, en ze voelen zich vitaler. Een ander bijkomend effect is dat ze ‘wakkerder’ worden.

In de tweede fase introduceer ik de granen. Ik ben heel voorzichtig met tarwe, omdat de huidige tarwe extreem veredeld en te ver geraffineerd is. Veel tarweproducten vullen alleen en voeden ons niet meer. Tarwe vervangen door de veel minder veredelde spelt is een stap in de goede richting. Maar ook andere granen, rogge en haver adviseer ik. Daarnaast adviseer ik een haverkuur (zie kader). Om mensen hierin te ondersteunen help ik ze op weg met graanrecepten.


Haverkuur

De vanuit de antroposofie ontwikkelde haverkuur houdt in dat je twee dagen lang alleen maar haver eet als koolhydratenbron. Door de speciale vezels van haver worden koolhydraten langzaam vrijgemaakt en stijgt je bloedsuikerspiegel langzaam. Daarnaast bevat haver veel kiezel (silicium, Si), en wordt daarom het lichtgraan genoemd; het draagt veel lichtkracht in zich. Haver is ook een relatief vet graan, waardoor het veel warmtekracht heeft. Het menselijke ‘ik’ gaat in die warmte- en lichtkrachten heel gemakkelijk mee naar binnen: eigenlijk is de haverkuur een ‘ik’-incarnatiekuur, die een diepe doorwerking heeft.


Dit dieet gaat, in overleg met de behandelend arts, hand in hand met het afbouwen van de gangbare diabetes-medicatie (metformine en SU-derivaten). Als antroposofisch diëtist werk ik ook met smaken. In het geval van diabetes adviseer ik zure producten om het astrale naar binnen te trekken (zoals citroen, limoen en mosterd) en bittere producten om het ‘ik’ naar binnen te trekken (zoals witlof, grapefruit, bittere thee). Net als suiker ‘duwt’ een voeding met veel kunstmatig geur- en/of smaakstoffen het ik naar buiten, omdat het daaraan geen ‘aangrijpingspunt’ kan vinden. Dus gaan voor ‘puur’, is een goed idee. Ten slotte kijk ik altijd hoe iemand in het leven staat: niemand krijgt van mij hetzelfde advies.’  ∞


Wie is Judy van den Berg?

Judy van den Berg is diëtiste bij het antroposofisch therapeuticum in Leiden. Sinds 2009 is ze als antroposofisch diëtist gecertificeerd. De meerwaarde van de antroposofische manier van kijken is voor haar, ‘dat je door het antroposofische vierledige mensbeeld (zie kader) in staat bent holistischer én individueler te kijken naar mensen en hun stofwisselingsproblemen.’ Ze denkt door die bagage veel meer in (levens)processen en vermogens, en ziet meer aanknopingspunten om voeding als geneesmiddel in te zetten.