Grenzen aan zorgen

Door Redactie - In: column - 10 juli 2020

Tekst Kalle Heesen | Beeld  Shutterstock


‘Buurvrouw’, roep ik van een dikke meter afstand naar mijn 91 jaar oude buur. ‘Buurvrouw, ik denk dat ik de komende tijd maar even geen koffie kom drinken. Het is wat gek, maar op die manier zorg ik het beste voor uw gezondheid!.’ ‘Pardon?’ roept mijn buurvrouw terug. Gedienstig begin ik mijn verhaal te herhalen, maar na drie woorden onderbreekt ze me ferm: ‘Waar is jouw vertrouwen in God gebleven, jongeman? Jij mag me best helpen, maar mijn gezondheid is iets van God, en van mezelf. Kom jij nou maar gewoon koffie drinken, want dat doet de Heer dan weer niet,’ grinnikt ze als afsluiter. Ik heb veel aan deze uitspraak lopen denken de afgelopen periode. Hoeveel moeten we willen oplossen of onder controle houden?

Grenzen aan zorgen

Op onze zorgboerderij hebben we veel extra opvang geboden de laatste tijd. Soms moesten ook wij ‘nee’ zeggen tegen ouders die vroegen of kun kind extra mocht komen. Bijvoorbeeld omdat er iemand in het gezin verkouden bleek, of omdat we merkten dat na acht weken zonder een dag vrij ook wij echt even rust nodig hadden. Zorgen voor anderen heeft zijn grenzen. Als zorgverlener moet je niet vergeten ook voor jezelf te zorgen. Hoewel je ook een grens kunt overgaan door medemensen te belemmeren in het ervaren en leren van hun eigen problemen.

Ons lastigste moment als zorgboer is daar een sprekend voorbeeld van. Er mag veel op onze zorgboerderij, maar sommige dingen mogen echt niet. Dingen kapot maken bijvoorbeeld. Op een nacht nam één van onze cliënten daar een loopje mee. Bij de plaatselijke school sneuvelden ruiten en een toevallig rondwandelende egel werd in ons konijnenhok gestopt. Van dat laatste kon ik de humor nog wel inzien, maar ruiten ingooien was ver over de grens. We konden niet anders dan deze jongen wegsturen van onze zorgboerderij. Met veel pijn in ons hart, want zijn actie was een duidelijk bewijs dat hij wel degelijk zorg nodig had. Na een paar maanden nam ik contact op met zijn ouders. Nog steeds met een bezwaard hart, want oh, wat hadden wij gefaald als zorgverleners. Maar er klonk een grote dankbaarheid in de stem van de vader. Hij zei: ‘Mijn zoon heeft nog nooit in zijn leven een échte grens ervaren. Nooit heeft hij gemerkt dat zijn acties een directe consequentie hebben. Dankzij jullie doortastendheid ziet hij opeens dat wat hij doet effect heeft op wat hij terugkrijgt. Ik heb hem nog nooit zo snel zien veranderen. Hij is zelfs weer naar school gegaan!’

Ik was verbluft. Terwijl wij ons schuldig voelden, was er juist iets in beweging gekomen! Wellicht heeft mijn buurvrouw dus wel gelijk: als mens hebben we de neiging om de dingen te willen overzien, maar dat is niet altijd aan ons. Soms moet je doen waarvan je in je hart voelt dat het juist is om te doen en er niet teveel over piekeren. Of zoals een collega altijd zegt: ‘Zorgen moet je doen, niet maken’.


Kalle Heesen woont en werkt op een zorgboerderij in Drenthe, gespecialiseerd in de opvang en begeleiding van kinderen. Hoe is het om biologisch zorgboer te zijn en vader van een dreumes en een kleuter?