Help, mijn geliefde is een autist!?

Door Redactie - In: autisme, column, geestelijke gezondheid - 27 januari 2016

Column I Guido Smeding

Emoties laten ons gemakkelijk verdwalen in het mistige niemandsland tussen ‘autistische trekjes’ en écht autisme.

Help, mijn geliefde is een autist!?

In mijn therapiepraktijk werk ik met enige regelmaat met paren in crisis. Daarbij komt het niet zelden voor dat één van de partners veronderstelt dat de ander, meestal de man, ‘autistisch’ is. De behoefte aan contact en wederkerigheid, aan ‘begrepen worden’ heeft voor één van beiden, meestal de vrouw, een hoge urgentie gekregen en er wordt naarstig geprobeerd om de partner in zijn gedrag ‘te begrijpen’.

Emoties laten ons gemakkelijk verdwalen in het mistige niemandsland tussen ‘autistische trekjes’ en écht autisme. Zeker in de hedendaagse partnerrelatie, waar je gelijkwaardigheid en wederkerigheid verwacht, is het uitermate pijnlijk wanneer je je partner niet kunt bereiken en leeft met vervreemding en onvervulde behoeften.

Hoezeer de mens ‘een relationeel wezen’ is, ondervind ik vooral in de setting van relatietherapie: ons persoonlijke welzijn en wat we daardoor menselijkerwijs kunnen ontwikkelen, komt in de knel bij gebrek aan kwaliteit in onze intieme verbinding(en). Om deze kwaliteit in partnerrelaties te bereiken is het nodig dat beide partners kunnen ‘instappen’; dat er een diepgemeend wederzijds ‘ja’ is. En dit laatste is precies het probleemgebied voor ‘de autist’: hij of zij ervaart een onvermogen om ‘ja’ te zeggen tegen menselijke verbindingen en het aardeleven. In antroposofische woorden zeggen we dat het ‘Ik-wezen’ van de autistische mens (deels) blijft hangen voor een onzichtbare drempel en zodoende in een ‘niet aardse tussenwereld’ leeft. In deze ‘tussen wal en schip’ situatie is de psyche/ziel vaak vol angst en voortdurend op zoek naar houvast en rust. De persoonlijke ontwikkeling verloopt hierdoor trager en ‘taal en gebaar van het sociale verkeer’ worden niet of moeizaam begrepen en ontwikkeld.

Als je in een intieme relatie ‘begrijpt’ dat je partner moeite heeft met verandering, met initiatieven, met aanraking en niet of nauwelijks naar jou uitreikt –omdat- hij (of zij) ‘autistisch is’, dan verzacht dit ieder geval de gevoelens van afwijzing en falen die de situatie tenminste in één van beiden oproept. De vraag in de partnerrelatie ‘anno nu’ is vervolgens hoe je met de gegeven situatie kunt omgaan.

Daarnaast kun je je afvragen wat wij als mens in de ontmoeting met autisme kunnen ontwikkelen; wat leert autisme ons over menszijn en relatie?

Wetenschappers stellen wel dat autisme is als ‘een doorgeschoten variant’ van het manlijke brein: het ‘vrouwelijke vermogen’ om gevoel en gedachten in de ziel te herkennen en te verwoorden ontbreekt, waardoor de zelfkennis die nodig is om de ander te begrijpen zich niet ontwikkelt.

Is het misschien geen toeval dat juist in de grote mensheidscrisis van de tweede wereldoorlog het verschijnsel autisme onderkend en in kaart gebracht werd? In de naoorlogse individualistische wereld zijn inlevingsvermogen en ‘begrip van de ander’ immers meer dan ooit voorwaarden voor het overleven van mens en aarde.

 

s I      Guido Smeding, antroposofisch psycholoog en psychosociaal hulpverlener