De uitdaging van het Midden

Door Redactie - In: column, voeding - 22 november 2016

Column I Marjolein Doesburg-van Kleffens


Wie heeft er als puber nooit het gevoel gehad dat z’n lijf niet mooi was? Je maakt enorme lichamelijke ontwikkelingen door in die periode. Het meestal ranke en flexibele kinderlijf waar je je tot je tenen in thuis voelde, verandert in een volwassen lichaam met alles er op en er aan. De fijne motoriek in die periode is ook niet meer wat het vroeger was. Naast de hormonen die de boel intern op z’n kop zetten, krijgt het uiterlijk ook nog een extra zet. Al dan niet in combinatie met puistjes.

De uitdaging van het  Midden

De jaren verstrijken, we gaan studeren of werken en meestal vinden we een nieuwe verhouding tot ons eigen lichaam. Die verhouding is voor ieder individu weer anders en is ook leeftijd-, plaats- en cultuurgebonden. In de westerse wereld lopen vandaag de dag veel vrouwen rond die ontevreden zijn met hun uiterlijk. Dit uit zich op diverse manieren, variërend van veel sporten en heel bewust met eten bezig zijn tot het zogenaamde chronische lijnen, of ‘crash-dieten’.

Sommige vrouwen (mannen veel minder) raken verzeild in uitersten: de eetstoornissen anorexia nervosa (uithongeren), boulimia nervosa (ongecontroleerde eetbuien gevolgd door zelf opgewekt braken) en eetbuistoornissen. In Nederland gaat het daarbij om respectievelijk 6.000, 23.000 en 160.000 mensen. In Nederland overlijdt 6% van de mensen die lijden aan anorexia nervosa (350 tot 400 mensen per jaar). Anorexia nervosa, dat vooral pubermeisjes treft, is daarmee de meest dodelijke psychische ziekte.

Helaas bestaat hiervoor geen uitgebreid en goed functionerend netwerk van hulp en zorg. De reguliere zorg voor deze moeilijk te behandelen en hardnekkige ziektebeelden biedt eetstoornisklinieken, die lange wachtlijsten kennen. In Nederland grijpt de antroposofische hulp in de acute fase van deze aandoening ook terug op de reguliere basis. Die bestaat in het geval van anorexia voornamelijk uit scherp toezicht en focus op het binnen krijgen van voldoende calorieën, via een straf- en beloningssysteem.

De oorzaak van eetstoornissen, die –opmerkelijk genoeg- niets met eten te maken heeft, wordt hiermee echter niet aangepakt. Vanuit antroposofisch gezichtspunt is anorexia een continu willen aanpassen aan de omgeving met een centrale rol voor het denken over het eigen leven. Ofwel: een overheersen van de zenuw-zintuigpool. Dit uit zich in een laag zelfbeeld en overmatig perfectionisme. Bij boulimia is het juist de stofwisselingspool die oncontroleerbaar buiten haar oevers treedt. Wat beide aandoeningen gemeen hebben is dat het gevoelsleven in de knel is geraakt.

De Antroposofische Geneeskunde kan wel ondersteuning bieden, bijvoorbeeld met uitwendige therapie, euritmie therapie en kunstzinnige therapie. Ook wordt individuele psychotherapie ingezet, en gezinstherapie in geval van jonge patiënten.

Uit persoonlijke ervaring weet ik dat het als naaste van deze patiënten een grote uitdaging is om geen tegenstander in de strijd te worden. Deze mensen in nood met hun koppig en irrationeel gedrag vragen indirect om steun en begrip. De kunst is om de individuele kwaliteit – het innerlijk vuur - op te laten lichten.


s I   Marjolein Doesburg-van Kleffens is specialist laboratoriumgeneeskunde en bestuurslid van Antroposana

s I   Bron (oa): Verkenningen in de psychiatrie: een holistische benadering, Annejet Rümke. Uitgeverij Christofoor Zeist 2004