Zintuigen als gidsen

Door Redactie - In: diversen, geestelijke gezondheid - 24 april 2016

Tekst I Petra Essink   Fotografie I Iris Bakker


‘Om werkelijk te begrijpen hoe de fysieke omgeving invloed heeft op onze gezondheid, zullen we om te beginnen meer inzicht moeten krijgen in de werking van onze zintuigen.’ Dat zegt Iris Bakker, specialist op het gebied van het helpen creëren van helende omgevingen. Tijdens haar promotieonderzoek leerde ze over het bestaan van twaalf zintuigen, in plaats van de bekende vijf.

Zintuigen als gidsen

Het Boskoopse huis van Iris Bakker straalt onmiskenbaar uit dat haar kennis over de zintuigen veel verder doorwerkte dan alleen in een proefschrift. Bij binnenkomst wijst ze op de geglaceerde muren in de hal. Bakker: ‘Op die muren zijn zeven dunne laagjes verf met verschillende pigmenten aangebracht. Het effect van de wandkleur verandert afhankelijk van de variatie van het daglicht. Deze wijze van kleuring brengt variatie en maakt levendig. Die ‘beweeglijkheid’ moet je wel doseren, daarom is voor de strook onderaan tot aan de balustrade dekkende verf gebruikt. Dat geeft een gevoel van stabiliteit, want het heeft een effect op je evenwichtszintuig.’

Zintuigen helpen je de zin te vinden

‘In de reguliere literatuur worden altijd vijf zintuigen genoemd zoals Aristoteles deze verwoordde: de geurzin, de tastzin, de smaakzin, de gehoorzin en de gezichtszin’, legt Bakker uit. Ze vervolgt: ‘Steiner heeft twaalf zintuigen benoemd en heeft ons tevens leren inzien dat de werking van de zintuigen veel complexer is dan de meeste mensen denken, mede omdat ze voortdurend met elkaar samenwerken. Ik heb me lang afgevraagd hoe die wijze Aristoteles zo dom kon zijn om slechts vijf zintuigen te beschrijven. Pas toen ik me verdiepte in zijn tijdgeest, begreep ik dat Aristoteles vanuit een heel ander bewustzijn leefde dan wij nu. Dat zie je terug in de taal. In oude talen als het Oud-Egyptisch en het Oud-Hebreeuws ligt het accent op het werkwoord. In de talen van onze tijd daarentegen staat het zelfstandige naamwoord centraal. Terwijl het bij werkwoorden altijd gaat over verbinden, leggen wij met het accent op de zelfstandige naamwoorden de focus op isoleren. In deze tijd zijn wij geïsoleerd geraakt van onze omgeving. Het gevolg is dat wij door de afstand die deze isolatie met zich meebrengt, onze omgeving anders zijn gaan waarnemen en we de behoefte hebben gekregen om meer zintuigen te gaan benoemen.

Door die twaalf zintuigen te bestuderen, en te gaan begrijpen hoe de verschillende zintuigen continu met elkaar interveniëren, ga je scherper zien hoe de totaliteit van de omgeving effect heeft op mensen. Je bent bovendien in staat concrete handvatten te ontwikkelen hoe je gezondmakende omgevingen, in kunt richten. Onze zin-tuigen helpen ons om de zin te vinden van ons levenspad.’


De twaalf zintuigen

Lichamelijk zintuigen

1. tastzin

2. levenszin

3. zelfbewegingszin

4. evenwichtszin

Kwaliteits- of zielezintuigen

5. reukzin

6. smaakzin

7. gezichtszin

8. warmtezin

Sociaal-geestelijke zintuigen

9. Gehoorzin

10. Taalzin

11. Voorstellingszin

         12. Ik-zin


Waterpas en pendels

‘Het dieperliggende werkingsprincipe van de zintuigen leerde ik van Goethe. Van hem is de uitspraak: Das Gefühl der Wasserwaage und des Perpendikels ist die Grundlage unseres Menschseins. Hij bedoelt daarmee dat we als mens in ons leven proberen om tijdens alle ervaringen onze rug (de waterpas) recht te houden. Soms gebeurt er heel veel tegelijk en neigen we uit balans te raken en ‘krom’ te gaan lopen. Gelukkig krijgt de waterpas hulp van een twaalftal pendels, de zintuigen. Net als pendels hebben zintuigen een bepaald bereik waarin ze kunnen uitslaan. Voor ieder zintuig bestaat een minimale en een maximale belasting. Denk daarbij aan de gehoorzin. Als er teveel lawaai is, slaat het pendeltje te ver uit en dat ervaren we als onprettig. Maar helemaal geen prikkeling is ook ernstig. Uit onderzoek is bekend dat wanneer we volledig verstoken zijn van indrukken we binnen korte tijd psychisch sterk gestoord raken.’

Makkelijk schoon te maken, maar niet veilig

Op de vraag hoe de ideale gezonde omgeving eruitziet antwoordt Bakker: ‘De werking van de zintuigen kent een universele grondslag: in een harmonische omgeving bestaat er een balans tussen orde en variatie, waarbij alle zintuigen een rol spelen. Een omgeving vraagt altijd om een zekere orde, waardoor we dingen om ons heen herkennen. Daarnaast moet er variatie zijn, wat het waarnemen levendig en interessant maakt. 

Wat je bijvoorbeeld ziet in ziekenhuizen en zorginstellingen is dat alle oppervlakken van vloeren, tafels, stoelen en vensterbanken vlak zijn, en vaak van kunststof. Dat heeft als voordeel dat je ze makkelijk schoon kunt maken. Een nadeel is dat door die gelijksoortige oppervlakken de tastzin weinig geactiveerd wordt. De tastzin is een bijzonder gedifferentieerd zintuig, waarmee je waarneemt of iets hard of zacht, hol of bol, glad of ruw is. Uit de ontwikkelingspsychologie weten we dat gezonde tastzinprikkeling zorgt voor een gevoel van veiligheid. Vanuit dit besef kun je concluderen dat de strakke, gladde oppervlakten in ziekenhuiskamers niet bevorderend zijn voor het menselijk welbevinden.’

Kleur als ingang

Na haar promotie verdiepte Bakker zich samen met Jan de Boon verder in de werking van kleur op onze zintuigen. In aanvang liepen ze aan tegen het feit dat veel wetenschappelijk onderzoek op dit gebied elkaar tegenspreekt. Bakker: ‘Oppervlakkig gezien zou je denken dat alleen de gezichtszin kleur waarneemt. Bij kleurervaring spelen echter alle zintuigen een rol. Door de tijd te nemen voor het zorgvuldig observeren van de natuur, ontdekten we langzamerhand patronen. Zintuigen werken met contrasten: de pendels gaan heen en weer tussen warm en koud, hard en zacht: ze zijn polair. Ook kleur laat zich ervaren via die contrasten. Als een kleurstelling in balans is, dan zie je de complementaire kleuren, zoals die tegenover elkaar staan aangegeven in de kleurencirkel van Goethe, tegelijkertijd. Heel duidelijk is dat bijvoorbeeld bij de Jacobsladder waar het complementaire geel en paars prachtig in balans is. Zo’n kleurbalans ervaar je met je evenwichtszin. Nog een paar voorbeelden: een (dis)harmonie in de verhouding licht-duisternis neem je waar met de gezichtszin. Warme en koude kleuren ervaren we met onze warmtezin en zoete kleuren met de smaakzin. Om de status van het proces ontluiken versus sterven in de natuur te herkennen, helpt de geurzin ons: bij verwelken treedt de kleur terug, er vindt een vertroebeling plaats en een verwitting. Dat kun je zo mooi zien aan het afstervende beukenblad.

De kennis van de twaalf zintuigen is geen eenvoudig materie. Jan de Boon en ik zijn lange tijd bezig geweest om de werking van de zintuigen als het ware te proeven en ‘op te eten’. We hebben er heel lang op zitten kauwen. De boeken van Albert Soesman en Wulf Schneider over het onderwerp zijn van grote hulp geweest.

We staan in feite nog maar aan het begin van het beter gaan begrijpen van de werking ervan. Ik heb ervaren dat het steeds bewuster leren kijken door de bril van de verschillende zintuigen enorm verrijkend is. Je gaat de natuur als nog mooier ervaren! Kleuren in de natuur verkwikken onze zintuigen en helpen ons een richting te vinden op ons levenspad.’


Wie is Iris Bakker? 

Iris Bakker (1961) studeerde Bouwkunde aan de Technische Universiteit in Delft. In 2014 promoveerde ze op het onderwerp helende omgevingen. In haar onderzoek stuitte ze op het werk van Steiner over zintuigen en de inzichten van Goethe. Van hen leerde ze over de diepere waarden binnen de wisselwerking tussen mens en omgeving. Daarover schreef ze, samen met (kunst)schilder en architect Jan de Boon, twee boeken: Zorg voor mens en omgeving, het zintuig als maatstaf (2012) en De Helende Natuur, met kleur als onze gids (2015). Vanuit haar bedrijf Levenswerken helpt ze, via workshops en advieswerk, mensen bij het realiseren van vitaliserende omgevingen.