Medische ethiek voor beginners

Door Redactie - In: column - 14 juli 2015

Column I Arie Bos    Foto I Jelle Baars


Degene die de opdracht heeft bij mijn column een illustratie te zoeken zal dit keer in de problemen komen, vrees ik. Want het onderwerp is enigszins gruwelijk. Eerst dacht ik dat het om een cynische grap ging. Ik werd benaderd door, mij onbekende, psychologiestudenten van de Universiteit van Amsterdam die een werkstuk moesten maken over de ethische implicaties van ‘hoofdtransplantatie’. Of ik daar gedachten over had. 

Medische ethiek voor beginners

Het bleek geen grap. Een Italiaanse chirurg maakt hardop plannen voor een dergelijke Frankenstein-operatie, zowel in een artikel als door middel van een ‘TED-lezing’ op YouTube. Er heeft zich al een kandidaat met een ongeneeslijke aangeboren spierziekte gemeld om een ander lichaam te krijgen en ook een potentiële donor. Twee dagen na bekendmaking bereikte dit nieuws al de Nederlandse televisie: in het programma ‘Pauw’ kwamen een neuroloog en een medisch ethicus de morele struikelpunten van deze medische overmoed duidelijk maken. Ik was erg benieuwd waar voor een ethicus de grens lag bij het inwisselen van menselijke onderdelen. Waarschijnlijk toch wel bij een heel lichaam? Nee, dat was het probleem helemaal niet. De bezorgdheid van beide deskundigen bleek alleen te gelden voor het feit dat zij betwijfelden of de chirurgische techniek al ver genoeg ontwikkeld was. En daarom mocht je een mens (twee mensen?) er niet aan blootstellen.

Nu is dat ongetwijfeld waar: zo’n operatie is immers nog niet eerder vertoond. Maar theoretisch is voor elke moeilijkheid een techniek beschikbaar en bij resusapen is het al in 1970 gedaan, waarna ‘de ontvanger’ nog een paar dagen leefde. Er is een filmpje van te zien op YouTube, je ziet het aapje na de operatie de ogen opslaan. In dit geval werden alleen bloedvaten verbonden, niet het ruggenmerg. Dat kon toen nog niet verbonden worden en volgens alle critici van de chirurg kan dat nu nog niet. Er bleef maar één samengesteld aapje over na de ingreep en geen twee. De Italiaanse chirurg Canavero zegt dat er inmiddels een stof, PEG geheten, is gevonden die zenuwweefsel aan elkaar kan lijmen. Als dat afdoende werkzaam is, dan zou het dus ‘mogen’?

Het is vooral het woord ‘ontvanger’ bij de aapjes, dat mij puzzelde. Wie was dat? Bij een levertransplantatie bijvoorbeeld is het de lever die ontvangen wordt. Hoe zit dat bij een hoofdtransplantatie? Krijg je dan een nieuw hoofd of een nieuw lichaam? Zijn wij ons hoofd of ons lichaam? Of hoort dat misschien onverbrekelijk bij elkaar? Is het ooit mogelijk een ‘bijpassend’ lichaam te vinden? Zelfs wanneer je denkt dat ‘wij ons brein zijn’, kan deze vraag nooit beantwoord worden. Denk bijvoorbeeld, om het probleem op scherp te stellen, aan een mannenhoofd op een vrouwenlichaam, of andersom. Of een chinees hoofd op het lichaam van een Bantoe.

Ook als je de verschillen steeds kleiner maakt zul je nooit een echt passend lichaam vinden. Wij zijn nu eenmaal hoofd èn lichaam. En waarmee zijn ziel en geest (of voor wetenschappers: het bewustzijn en het ‘zelf’) verbonden? Alleen met het hoofd?  Over dat dilemma heb ik de ethici niet gehoord. Als het technisch mogelijk is, is er kennelijk volgens de ethicus bij ‘Pauw’ geen probleem. Is dat vak, medische ethiek, eigenlijk wel ergens voor nodig? Of mist het gewoon een mensbeeld?

 

s  I  Arie Bos, gepensioneerd antroposofisch huisarts