Onverklaarbaar?

Door Redactie - In: column - 11 februari 2015

Column I Arie Bos. Arie Bos is gepensioneerd antroposofisch huisarts


Er komt een patiënt met symptomen die je niet kunt thuisbrengen of bij wie de testen geen afwijkingen laten zien, maar toch heb je het gevoel dat er iets mis is. Maar wat? Is het iets lichamelijks dat nader onderzoek vraagt of worden de symptomen alleen maar beleefd door de patiënt, zonder lichamelijke oorzaak? Wanneer ook nader onderzoek, bij een specialist bijvoorbeeld, niets aan het licht brengt, was tot voor kort de conclusie: ‘Er is niks aan de hand. U moet ermee leren leven’. 

Onverklaarbaar?

Niet ziek dus, maar gezond. Inmiddels heeft deze situatie de naam SOLK gekregen, somatisch onverklaarbare lichamelijk klachten. En kan daardoor, nu er een naam voor is, als toestand serieus worden genomen. Er zijn zelfs speciale ‘SOLK-poliklinieken’ opgericht.

Het bestaan van lichamelijke klachten die niet lichamelijk zijn werpt een interessante vraag op: wanneer is iets eigenlijk een ziekte? En wanneer ben je gezond? Er kan iets in het lichaam niet in orde zijn zonder dat je er iets van merkt. Dan zul je niet zeggen dat je ziek bent. Zelfs als het gaat om een zich ontwikkelende kwaadaardige tumor. Pas wanneer deze, al of niet toevallig, wordt ontdekt, verschijnt die dreigend in het bewustzijn en zul je jezelf als ziek definiëren. En anders doe je dat pas wanneer je er wel iets van merkt. Je bent dus pas ziek wanneer een ziekte als gevoel of kennis in je bewustzijn terecht komt. Zoals je alleen honger hebt wanneer je honger voelt. Dus of een klacht nu lichamelijk verklaard of onverklaard is, maakt in principe niets uit voor de last die je ervan hebt. Ziek ben je wanneer je jezelf beleeft als ziek. Er zijn mensen met lichamelijke handicaps die zichzelf absoluut niet als ziek ervaren en er zijn mensen bij wie geen lichamelijke afwijkingen kunnen worden gevonden die zich wel ziek voelen. Zijn de laatsten nu ‘eigenlijk niet ziek’? Wanneer je ziek definieert als ‘bewustzijn van ziekte’, zijn ze dat wel degelijk en verdienen ze terecht de aandacht van de medische wereld. Een inzicht dat nu schoorvoetend doordringt.

Maar is dat ziektegevoel wel een statisch gegeven? Of het idee dat je gezond bent? Iedereen kan bij zichzelf nagaan dat dat lang niet altijd het geval is. Gehandicapt voel je je alleen wanneer je iets wilt waarbij je handicap in de weg staat. En veel ziekten ‘gaan vanzelf over’. Oftewel die overwin je op eigen kracht. En dat gezondmakende gevecht geeft juist een ziektegevoel, bijvoorbeeld in de vorm van koorts. Dat laatste is dus eigenlijk juist een bewijs van gezondheid. Sinds 1948 heeft de WHO een definitie van gezondheid die als volgt luidt: ‘een toestand van compleet welbevinden op fysiek, mentaal en sociaal niveau, en niet alleen de afwezigheid van ziekte en gebrek’. Een statisch ideaalbeeld dat voor de wereldbevolking nagestreefd zou moeten worden. Maar onhaalbaar en vooral, gezien het bovenstaande, onrealistisch. Het werd tijd dat er een andere definitie kwam en dat is nu gebeurd. Machteld Huber, huisarts en onderzoekster bij het Louis Bolk Instituut, is onlangs gepromoveerd tot doctor in de geneeskunde op een nieuwe dynamische definitie van gezondheid als: ‘het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de lichamelijke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven’. En dat is een definitie die hoop geeft dat een toestand die als ziekte wordt beleefd niet onoverkomelijk hoeft te zijn.