Groene grafiek

Door Redactie - In: column - 17 april 2020

Column Jan Graafland  |  Beeld Nina Graafland


De uitdrukking ‘Gedonder in de glazen’ stamt van het donderglas. Het donderglas is een antiek soort barometer, onder andere bestaand uit een glazen bol gevuld met water. Een van de mensen die er – eind 18e eeuw – veel mee experimenteerde was Johann Wolfgang von Goethe. In Duitsland werd het donderglas een Goetheglas genoemd.

Groene grafiek

Goethe las aan zijn barometer af dat de luchtdruk een minimale, doch vaste, dagelijkse schommeling vertoont. Hieruit leidde hij af dat de sfeer rondom onze aarde – de dampkring – pulseert: dat de luchtmassa boven onze hoofden afwisselend uitzet en inkrimpt. Overdag zet hij uit, ’s nachts krimpt hij in. Wolken die ‘s nachts het dal zijn ingelopen, lossen in de loop van de dag weer op. Het is de zonnewerking. Maar ook de maan met haar ritmische omloop en zwaartekrachtwerking zorgt voor een pulserende reactie van de aarde.

In… uit… in… uit. Het lijkt ons hartritme wel met zijn wisselend opnemen en voortstuwen van bloed, of onze ademhaling. In…uit... in… uit. Het zou ook het krokusbolletje kunnen zijn dat zwelt in de winter om vervolgens in het voorjaar zijn krachten te laten uitlopen in de bovengrondse delen van blad en bloem. Het onophoudelijke ritme van in-en-uit maakt dat de natuur zich kan aanpassen aan de constant veranderende omstandigheden. De mens – ook natuur – vangt wisselingen in lichamelijke inspanningen op met het veranderen van ritme van hartslag en ademhaling.

Planten kun je niet zien ademen. Toch is ook aan de plant het ritme van in-en-uit af te lezen, aan de aanwezigheid van knopen en leden. De knopen en leden zijn de fysieke na-blijfselen van het alternerend inhouden en strekken van de plant, gedurende de groei. De leden vertonen de verlengingen van de plant, de zichtbare uiterlijke groei, het groter worden. De knopen – een soort van verdikkingen – zijn de verharde punten waar de plant neigt tot terughouden. Het zijn krachtpunten voor innerlijke groei.

In… uit… in... uit. Of: strekken… inhouden... strekken… inhouden. Volgens Goethe dankt de plant zijn enorme aanpassingsvermogen aan het feit dat hij die duale mogelijkheid heeft van samentrekken en uitbreiden. Eén van mijn lievelingsplanten laat die dualiteit goed zien. Aan de hoge stengel van het hartgespan (Leonurus cardiaca L.) wisselen talloze knopen en leden elkaar af. De groei van het hartgespan is één lange, ritmische opeenvolging van samentrekkende en uitbreidende bewegingen. Zo spiegelt het stap-voor-stap-hartgespan ons het beeld voor van onze hartenklop. Anders gezegd: hartgespan schetst de groene grafiek van onze hartslag.

De natuur – inclusief de mens – beleeft de jaargetijden ritmisch. In de zomer worden we actief en bewegen wij uitwaarts. Met de winter komen we tot rust en keren we inwaarts. Zo heen en weren we tussen onze eigen kleine binnenwerelden en de grote buitenwereld. De mate van souplesse waarmee we dat kunnen doen, zegt iets over onze veerkracht. Dat is met de natuur niet anders. Zoals de dingen momenteel gaan; hoeveel rek zit daar nog in?


Jan Graafland verzorgt al twintig jaar de biodynamische Weledatuin met medicinale planten en bijenvolken in Zoetermeer. Waarneming is misschien wel zijn belangrijkste tuingereedschap. Onlangs verscheen zijn boek Groene Genade.