Bacteriën als ‘old friends’

Door Redactie - In: - 1 juli 2017

Tekst: Kalle Heesen Fotografie: Heidi Arts


Honderd biljoen bacteriën zitten er op en in je lichaam. Daarmee zeul je meer bacteriën mee dan lichaamscellen. Maar ze zitten niet overal evenveel en ze zijn er niet voor niks. Micro-organismen helpen je contact te maken met de buitenwereld.

Bacteriën als ‘old friends’

Jarenlang hebben bacteriën een slecht imago gehad. Met rasse schreden komt de wetenschap daar inmiddels op terug. De stapel onderzoeken over het microbioom (de bacteriën die jij met je meedraagt), wordt steeds groter: ‘Kijkend naar de stapels onderzoeken concludeert oud Huisarts Aart van der Stel: ‘Het lijkt er zelfs op dat als je geen onderzoek doet naar het microbioom, je als onderzoeker niet meer meetelt.’

In Stroom wordt in het artikel ‘Honderd biljoen bacteriën als huisdier,’ uitgebreid ingegaan op de zegeningen van je microbioom. Zo maken de bacteriën in je dikke darm bijvoorbeeld vitamine K, wat je nodig hebt voor de bloedstolling. En ook zijn ze één van de grootste producenten van serotonine, ook wel ‘het gelukshormoon’ genoemd, waarvan de afwezigheid depressieve klachten kan geven. Ze hebben dus wel degelijk een functie. Van der Stel: ‘Er zijn al onderzoekers die beweren dat je zonder microbioom binnen een dag dood zou zijn.’

Indrukken en uitdrukken

Naast een handige medewerker zijn die broodnodige stofjes voor ons maakt, doet de bacterie nog meer. Om te zien wát dat is, moeten we iets ‘uitzoomen’.

Als je vanuit de antroposofie naar het lichaam kijkt, kun je ontdekken dat het bestaat het uit drie ‘centra’. Je hebt het hoofd-, het hart- of middengebied en het zogenaamde stofwisselings-ledematenstelsel. De eerste en laatste zijn in dit perspectief interessant. Kortgezegd ben je in het hoofd vooral ‘in jezelf gekeerd’. Het hoofd is de plek van de indrukverwerking. Doordat je binnen de schedel optimaal afgesloten bent van de wereld om je heen, kun je je hier bewust zijn van jezelf.

In het stofwisselings-ledenmatengebied kun je het tegenovergestelde zien. Waar je bij de hersenen vooral ‘in de geest’ bent, vloei je in de darmen compleet mee met de wereld om je heen. Dat moet ook wel, want het is de plek waar je eten, ‘de buitenwereld’, naar ‘binnen’ moet.

Van je darmen ben je je, in tegenstelling tot je hoofd, ook nauwelijks bewust. Je hebt geen idee waar die boterham van vanochtend zich op dit moment precies bevindt.

Het darmgebied is de plek van waaruit je je kunt gaan ‘uitdrukken’, letterlijk door naar de WC te gaan. Maar ook door, met hulp van de energie die vrijkomt uit je voeding, jezelf via je ledematen uit te drukken in de wereld.

Pootjebaden in de etherwereld

Oke, in je darmen ga je dus de confrontatie aan met de buitenwereld. Maar wie of wat kom je daar dan tegen? Stofjes natuurlijk en moleculen, en nog iets, namelijk: het leven. Of, in antroposofische termen: etherkrachten*. Want je eet geen losse moleculen, je eet planten. Zoals Aart van der Stel het zegt: ‘In je darmen ben je aan het pootjebaden in de etherwereld.’

En dan wordt het interessant. Want waar zie je de hoogste concentraties bacteriën? Op de plekken waar jouw ‘leven’ (etherlichaam) en het leven om je heen (etherkrachten) elkaar tegenkomen. Op je huid zitten wel wat bacteriën, maar je hebt er al veel meer in je mond (waar je die ‘buitenwereld’ instopt). Het echte zwaartepunt ligt echter in je dikke darm waar de uitwisseling met de buitenwereld het grootste is.

Bacteriën kun je zien als een ‘symbool’ voor de etherkrachten: in de evolutie was de eerste stap van niet-leven naar leven, de bacterie. De bacterie symboliseert als het ware de ‘geboorte’ van etherkrachten.

Krachtoefening

Het uiteenzetten met die etherkrachten, die ook 'vormende krachten' van onze voeding zijn, levert je vitaliteit op. Dat uiteenzetten gebeurt in hoge mate in de darmen waar je je eten verteert; afbreekt tot op moleculair niveau (doe je dat niet dan ontstaan er allergieën). Deze moleculen gebruik je voor de instandhouding en groei van je lichaam. De vormkrachten van, laten we zeggen, een wortel, waarin alle kennis van hoe een wortel is ‘gemaakt’ zit verstopt, kunnen je lichaam echter niet zomaar in. Ze moeten omgewerkt, want het laatste wat je als mens wilt is een wortel worden! Het overwinnen van die vormkrachten van voeding kost verteringskracht, en daarmee komt dan weer menselijke vormkracht voor onszelf vrij. Zo komt het dat je kunt zeggen: hoe vitaler en veelzijdiger onze voeding, des te meer kunnen wij ons er als mens aan ontwikkelen.

Bacteriën als bescherming

Bacteriën zijn ‘lichaamsvreemd’, maar minder vreemd dan de etherkrachten uit je voeding. Je draagt ze namelijk al jaren lang bij je. Zoals Aart van der Stel het zegt: ‘Zie ze als je huisdier. Het zijn net zo goed dieren, en dus vreemd, maar toch minder vreemd dan de dieren in het bos.’ Of zoals dokter Shetreat in haar boek ‘Goed vies, het nieuwe gezond’ schrijft: ‘Het zijn je ‘old friends’.

Die vergelijking doortrekkend kun je stellen dat een hond als huisdier de wolven op afstand kan houden. Je microbioom lijkt dus als een soort beschermende schil om je heen te liggen.

Het is natuurlijk fijn om wat bescherming te hebben, maar hoe kom je daar aan? Hoe verzorg je jouw microbioom zo goed mogelijk? Het eerste ‘inzaaimoment’ vindt plaats bij de bevalling. In de tocht naar buiten toe krijgt een baby een heel palet aan bacteriën uit de vagina. Daar heb je als pasgeborene weinig invloed op. Maar dat is niet de enige toevoer van bacteriën.

In haar boek beschrijft dr. Shetreat een onderzoek waarin het microbioom van kinderen uit de stad vergeleken wordt met dat van kinderen die leven en spelen op boerderijen. Uit het onderzoek bleek dat de stadskinderen niet minder bacteriën bij zich dragen, maar wel veel minder soorten. Wat ze ook vonden is dat boerderijkinderen veel minder last hebben van allergieën en astma. Blijkbaar is een brede spreiding van bacteriën gezondheidsbevorderend.

Na het belangrijke ‘inzaaimoment’ van micro-organismen tijdens de bevalling, is het dus mogelijk je microbioom ‘te voeden’, door lekker buiten te spelen in een omgeving rijk aan micro-organismen. Ook je voeding is een aanvoerbron van micro-organismen. Een voorwaarde is wel dat je voedsel deze bacteriën met zich meedraagt. Omdat, zo beschrijft Shetreat, in de bodem waarin planten groeien veel bacteriën leven, is het dus van belang dat je voedsel eet dat in de aarde heeft geworteld. Groente die op (‘steriel’) glaswol groeit zal je microbioom daarin niet helpen. Zo bezien ligt het eten van biologische voeding, of zelfs biodynamisch voor de hand. Toch zal even ‘een dagje’ biologisch of biodynamisch eten om je bacteriepopulatie aan te vullen helaas niet werken. Je maag is er op gebouwd om alles wat schadelijk kan zijn, uit te schakelen. Zoals Aart van der Stel het verwoordt: ‘In de ergste horrorfilm zie je niet wat er in je maag gebeurt. Daar heerst een PH van 1! Bijna alles gaat daar kapot. Of een bacterie goed is of niet, is voor je maag niet te onderscheiden. Maar met een beetje ‘geluk’ is er af en toe een bacterie sterk genoeg om door je maagbarrière heen te komen. Als dat lukt, kan die zijn goede werk in je darmen gaan doen.

Samengevat kun je zeggen dat het verzorgen van je microbioom om een verandering van je levensstijl vraagt!


Etherkracht of etherlichaam?

Etherkracht: een voor het blote oog onzichtbare laag van levensenergie, die reikt vanuit de diepten van de aarde tot in het hoge heelal, waar deze energielaag steeds ijler wordt. Etherlichaam: als etherkracht gebonden wordt aan een plant, een dier of een mens heet het etherlichaam (of prana). Overlijdt een persoon (of een dier of plant) dan komt diens etherkracht weer vrij.


De volgende bronnen zijn gebruikt bij het schrijven van dit verhaal:

  • Interview met oud huisarts Aart van der Stel
  • Barstensvol leven, P. Essink en P. Doesburg
  • Goed vies, het nieuwe gezond, dr Maya Shetreat
  • Ons dagelijks brood, M. Rietveld via http://esoterischchristendom.nl/index.php/levenshouding-en-keuzes/beproevingen/166-ons-dagelijks-brood-1